week 1 Flashcards

1
Q

waardoor werd kanker steeds zichtbaarder in de 20e eeuw?

A
  • meer wetenschappelijk inzicht
  • speciale instellingen, wetgevingen en beleid etc
  • groeiende morbiditeit en mortaliteit
  • publieke angst

tegelijkertijd gaat dit samen met stilte en stigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe wordt kanker in de kliniek vastgesteld

A
  • beeldvorming
  • pathologische bevestiging dmv een biopt
  • bloedonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaak symptomen acute leukemie

A
  • verdringing van de normale bloedcelaanmaak, door de ophoping van ongedifferentieerde cellen
  • toename witte bloedcellen in bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevolgen van leukemie (6)

A
anemie
trombopenie
neutropenie
hyperleukocytose
hepatosplenomagalie
extramedullaire lokalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anemie

A

moeheid, dyspneu, POB

LO= bleek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neutropenie

A

infecties

LO= koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hyperleukocytose

A

dyspneu, hoofdpijn

LO; longafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hepatosplenomagalie

A

ongemak

LO= palpabele lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

extramedullaire lokalisatie

A

opgezwollen tandvlees + klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

trombopenie

A

bloedingsneigingen (in tandvlees bv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hallmark 1

A

blijven delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

halmark 1, uitleg

A

normaal moet er GF aanwezig zijn voor celdeling,

tumor:

  • maakt zelf een GF
  • heeft geen GF nodig voor activering celdeling door: mutatie in GF receptor (ook zonder binding signaal doorgegeven of GF laat na binding niet meer los)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hallmark 2

A

remming ontwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitleg hallmark 2

A

normale cellen luisteren naar signalen die de groei remmen, tumor schakelt deze groeiremmers uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hallmark 3

A

celdood weerstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitleg hallmark 3

A

normaal na DNA schade gaat de cel in apoptose oid

tumor schakelt apoptose uit

17
Q

hallmark 4

A

oneindige celdeling

18
Q

uitleg hallmark 4

A

normale cellen kunnen maar beperkt delen doordat de telomeren bij elke deling korter worden (uiz. stamcellen)

tumor; schakelt telomeerverlenging in

19
Q

verschil tussen hallmark 1 en 4

A

het verschil tussen blijven delen en oneindige celdeling is dat blijven delen het gaspedaal is en oneindige celdeling de brandstoftank

20
Q

hallmark 5

A

vorming van nieuwe bloedvaten

21
Q

uitleg hallmark 5

A

de tumor heeft veel voedingsstoffen nodig en zal angiogenese stimuleren

22
Q

hallemark 6

A

invasie en metastase

23
Q

uitleg hallmark 6

A
  • de tumor zal het omringende weefsel binnen,
  • 80% van de tumoren zijn epitheliaal.
  • deze epitheliale tumoren ondergaan emt,
  • dan treed hierna metastasering op via lymfe of bloed. en
  • eenmaal op de plek van aankomst weer mte of tumor dormancy
24
Q

hallmark 7 (enabling)

A

genoom instabiliteit en mutaties

25
Q

uitleg enabling hallmark 7

A

er moeten veel mutaties ophopen voordat een cel een tumorcel wordt, dit wordt normaal tegen gegaan door DNA-schade reparatie

tumor zorgt voor snellere mutatie ophoping door mutatie in gen verantwoordelijk voor DNA-reparatie

26
Q

hallmark 8 (enabling)

A

tumor bevorderende ontsteking

27
Q

uitleg enabling hallmark 8

A

immuuncellen kunnen matrix, angiogene factoren , groeifactoren produceren –> stroma –> faciliteert tumorgreoi

28
Q

6 stappen metastasering

A
  1. migratie door de basaalmembraan
  2. verplaatsing door ecm
  3. intravasatie
  4. transport in bloedbaan
  5. extravasatie en metastatic deposit
  6. colonisatie/ uitgroei en weer nieuwe angiogenese
29
Q

hallmark 9 (emerging)

A

deregulatie van energievoorziening

30
Q

uitleg hallmark 9 (emerging)

A

tumorcellen leven vooral van de glycolyse, ze zetten het wel om naar lactaat ipv pyruvaat want

  • zo is er energie zonder dat er veel zuurstof nodig is
  • de tumor kan ook niet helemaal afgebroken delen gebruiken
31
Q

hallmark 10 (emerging)

A

ontsnapping aan het immuunsysteem

32
Q

uitleg hallmark 10

A

normaal kan het immuunsysteem mutaties in tumorcellen herkennen en elimineren, tumoren activeren mechanismen die het immuunsysteem minder actief maken

33
Q

immuunreactie en kanker

A

een immuunreactie is in eerste instantie tegen de tumor en na uitputting van de immuunreactie neemt de tumor de regie over en werkt de timmuunreactie mee