Week 1 Flashcards
Wat is het basaalmetabolisme?
Het rustmetabolisme, de energiebehoefte van je lichaam bij rust/niks doen
Waarvan is de vetopslag afhankelijk?
De verbranding en voedselinname
Wat is de aanbevolen samenstelling dieet voor de energiebehoefte?
Energiebehoefte = 2000-2500 kcal
40% koolhydraat (min 20%), 40% vet (verzadigd<10%), 10-25% eiwit
15 g/1000 kcal voedingsvezels
Hoeveel energie zit er in koolhydraat, eiwit, vet en alcohol?
Koolhydraat: 4 kcal/g
Eiwit: 4 kcal/g
Vet: 9 kcal/g
Alcohol: ~7 kcal/g
Hoe meet je de energie intake?
Energie intake meet je door te meten wat en hoeveel je eet
Hoe meet je het energieverbruik?
Directe calorimetrie: het meten van warmte geproduceerd door metabole processen in het lichaam in een geïsoleerde meetkamer
Indirecte calorimetrie: meting van in- en uitgeademde lucht
Double labelled water method: innemen water met zwaardere atomen en meten afgestoten water in verhouding
Waardoor wordt energie verbruikt?
60/70% basaalmetabolisme (>slaap), 10% adaptieve thermogenese, rest inspanning
Wat hoort bij het basaalmetabolisme? (waar wordt de energie voor gebruikt?)
Basaalmetabolisme zorgt voor hartfunctie, ademhaling, bloedcirculatie, voorgeleiding zenuwimpulsen, hersenfunctie, reabsorptieprocessen nier, groei en weefselregeneratie, eiwit-/RNA synthese, iontransport en lichaamstemperatuur
Het verandert bij ziekte/infectie, ondervoeding, schildklierafwijkingen, verwondingen
Wat is je vet-vrije-massa?
Mineralen, water en proteïnen (= spiermassa)
In welke groepen kun je adaptieve thermogenese in opdelen?
Cold-induced: warmteproductie door bruin vet verbranden en rillen
Diet-induced thermogenesis (DIT) = thermal effect of food (TEF), deel van de metabool beschikbare energie gaat verloren bij opname, transport en metabolisme (+ opslag)
In welke groepen kun je fysieke activiteit opdelen?
Bewust (sporten) en onbewust (zitten/staan)
Waarom is afvallen moeilijk en hoe kun je dat oplossen?
Door de energiebalans, als je minder eet, verlies je lichaamsgewicht dus hoef je minder mee te nemen, je verliest ook spiermassa, waardoor je BMR omlaag gaat, minder calorieën is dan niet minder gewicht, want je hebt minder calorieën nodig, dat is op te lossen door eiwitten te eten en te sporten om spierafbraak tegen te gaan
Op welke manieren kan je de lichaamssamenstelling beschrijven?
Anatomisch: O, C, H, N, Ca, rest (2%)
Moleculair: water, lipiden, proteïnen, DNA
Cellulair: cellen, ECF, ECS
Weefsels: skeletspier, vet, bot, bloed
Het gehele lichaam
Hoe meet je een gezond gewicht voor volwassenen en kinderen?
BMI/Quetelet index voor volwassenen
Standaard deviaties voor kinderen
Wat zijn modellen voor lichaamssamenstelling?
Lean body mass (met essentiële vetten) en vet = Behnke 2-component model
Vet-vrije-masse en vet-massa = 2-component model
Op welke manieren/waar wordt vet opgeslagen en waar zorgt het voor meer insuline resistentie?
Subcutaan, intermusculair, intramusculair, abdominale en thoracale holtes
Vetweefsel in de buik zorgt voor meer insuline resistentie, lager zittend vet is sensitiever
Wat gebeurt er met je gewicht als je ouder wordt?
Naarmate we ouder worden stijgt het gewicht en daalt de lean body mass door stijging van vet
Hoe meet je de lichaamssamenstelling?
Huidplooimeting (subcutaan vetweefsel (70/90%)), afhankelijk van meter
Waist-hip-ratio (WHR), gaat meer om verdeling (visceraal) van vet dan hoeveelheid vet
Bio-elektrische impedantie analyse (BIA), hoe minder vet, hoe sneller de stroom
DEXA (dial emission x-ray absorptiometrie), CT, MRI, gouden standaard
Hoeveel glucose zit in bloed?
5 g (5 mM)
Wat gebeurt er als je teveel glucose eet?
Als je teveel glucose eet, verhoogd glycogeen en op lange termijn stijgt vet aanmaak
Wat gebeurt er als je weinig glucose eet?
Als je weinig glucose eet, verlaagd glycogeen en spierweefsel en ontstaat gluconeonese
In welke voedingstoestanden is het metabolisme in te delen en welke hormonen horen erbij?
Storage mode: well-fed, early-refed
Insuline wordt gebruikt om glucose op te slaan in het lichaam
Production mode: post-absorptive (4-12 h), early fasting (12-36 h), late fasting (>36 h), starvation (> 1 week)
Glucagon, adrenaline, cortisol, schildklierhormoon en groeihormoon wordt gebruikt om glucose vrij te maken
Wat is het intermediair metabolisme?
Alle reacties betrokken bij het vrijmaken/de opslag van chemische energie uit de stoffen afkomstig van voeding en het gebruik van die energie in cellulaire processen
Wat is anabolisme en wat is het belangrijkste hormoon?
De reactie na de maaltijd die erop gericht is om alle stoffen op te slaan (vet)
Insuline