Week 1 Flashcards
Wat betekent stenose?
Vernauwing
Wat betekent insufficiëntie?
Lekkage
Waarvoor zorgt het alveolaire capilaire membraan?
Zorgt ervoor dat tijdens de ionen uitwisseling geen lucht in het bloed komt en geen bloed in de longen komt.
Wat is er aan de hand bij een laag GFVR?
Lage filtratie
Noem de 3 lagen van de vaatwand:
- Tunica intima
- Tunica media
- Tunica advententia
Noem 3 structuren in de tunica intima:
- Endotheelcellen
- Subendotheliale laag= gladde spiercellen + vezels
- Lamina elastica interna
Noem 4 structuren in de tunica media:
- Gladde spiercellen: circulair gerangschikt.
- Elastische lamellae/vezels: wisselde hoeveelheden.
- Geen fibroblasten: extracellulaire vezels afkomstig van gladde spiercellen.
- Lamina elastica externa
Noem 3 structuren in de tunica advententia:
- Bindweefsel: vooral collagene vezels; longitudinaal.
- Vasa vasorum: voorzien de grotere vaten van bloed t/m buitenste deel media (meer in venen).
- Nervi vascularis: betrokken bij vasoconstrictie en -dilatatie.
Noem 3 arteriën op basis van spierlaag dikte:
- Elastische arteriën
- Musculeuze arteriën
- Arteriolen
Wat is arteriosclerose en welke 2 vormen zijn er?
Verharding van de vaatwand.
1. Excentrisch: stukje vaatwand.
2. Concentrisch: hele vaatwand.
Welke vormen zijn er bij concentrische arteriosclerose?
- Monckebergse media sclerose
- Arteriolosclerose:
- Hyperplastisch
- Hyaline
Wat is er bij atherosclerose (excentrisch)?
Ophoping van cholesterol→ vooral bij de grotere arteriën.
Wat is aneurysma?
Verwijding van de vaatwand.
Wat is er aan de hand bij dissectie van de aorta?
Scheur in de tunica intima waardoor er bloed komt in de tunica media.
Welke transporteiwitten onderscheiden we?
Passief
1. Poriën: langdurig open.
2. Kanalen: open of gesloten toestand.
3. Carrier eiwitten: transport per ion, gedreven door gradiënt.
Actief
4. Actieve transport eiwitten tegen gradiënt in.
Hoe vindt secundair actief transport plaats?
Via anti-en symporters.
- Symport: dezelfde richting.
- Antiport: tegenovergestelde richting.
Door welk molecuul wordt de rustpotentiaal voornamelijk bepaald?
K→ K-kanalen hoge permeabiliteit.