Waterhuishouding In Planten Flashcards

1
Q

Wortel

A

Opname van water met mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stengel

A

Transport van water met opgeloste stoffen in de plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bladeren

A

Fotosyntese, waterverdamping, gas uitwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bloem

A

Voortplanting door vorming van vruchten met zaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

🌸

A

Bloem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

πŸŽ‹

A

Stengel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

πŸƒ

A

Blad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

πŸ₯•

A

Wortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vollegorde 12345

A

Plant, stelsels, organen, weefsels, cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

πŸ¦ πŸ”¬3

A

Bladgroekkorrels, vacuole, cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reactie fotosyntese

A

Co2 + h2o ➑️ glucose + O2 ( stralings energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Houtvaten zorgen voor

A

Opwaarts transport van h2o en mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zeefvaten zorgen voor

A

Op en neerwaarts transport van h2o en assimilaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waterhuishouding

A

Is de opname, afgifte en verwerking van water in de plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Parenchym

A

(Vulweefsel) zit binnen in het blad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Assimilaten

A

Eindproducten van de fotosybthese ( glucose, zetmeel, eiwitten, vetten)

17
Q

Vaatbundels

A

Vormen de nerven van het blad en zijn opgebouwd uit twee soorten vaten ( houtvaten, zeefvaten)

18
Q

Xyleem

A

Staan voor opwaarts watertransport

19
Q

FloΓ«eme

A

Staan voor op en neerwaarts assimilatentransport

20
Q

Dekweefsel

A

Epidermis beschermt alle onderliggende weefsels

21
Q

Vettig waslaagje

A

Cuticula boven op epidermis voorkomt overmatige verdamping

22
Q

Huidmondjes

A

Onderaan het blad regelen de waterverdamping en gas uitwisseling

23
Q

Tugor

A

Druk op celwand, openen de huidmondjes overdag e, sluiten zich snachts of bij droog weer

24
Q

Wortelhaartjes

A

Oppervlakte vergroting, water opname

25
Q

Cortex

A

Langs dit weefsel bereikt het water vanuit de wortelhaartjes de vaatbundels

26
Q

Mersteem

A

Laat de wortel verder groeien

27
Q

Wortelmutsjes

A

Beschermt de worteltoppen tijdens hun groei voor de ruwe aarde

28
Q

Assimilaten in de bladeren

A

Bladgroenkorrels

29
Q

Assimilaten worden vervoerd door

A

Zeefvaten

30
Q

Assimilaten worden opgeslagen in de wortel in de

A

Vulweefsels