het menselijk organisme als systeem Flashcards

1
Q

het beeld dat wordt opgevangen in het netvlies raak tin de hersenen via

A

zenuwimpulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe je reageert, hangt af van de verwerking van het beeld in de

A

hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

je gezichtsspieren reageren met een brede glimlach, aangestuurd via

A

zenuwimpulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

je wangen gaan blozen door het uitzetten van de

A

bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

je hartslag gaat omhoog door de adrealine in je bloed, dit zijn

A

hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de lever en spieren slaan tijdelijk glycogeen op, dat werd gemaakt uit of weer kan worden omgezet in

A

glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

door de opname, opslag en uitscheiding van stoffen zal de samenstelling van interne milieu

A

vrij constant blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk hormoon maakt de schildklier aan

A

tryroxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke centrale endocriene klier regelt de werking van de schildklier

A

hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe heet het streven naar een dynamisch evenwicht in het interne milieu

A

homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk regelsysteem in het interne milieu van de mens zorgt voor dit dynamisch evenwicht

A

feedbacksysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er met het lichaam als de homeostase niet gehandhaafd wordt

A

het lichaam word ziek en raakt uit evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke stoffen uit het externe milieu kunnen een slechte schildklierwerking positief bëinvloeden, zodat de homeostase zich herstelt

A

medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

homeostase

A

is het stabielhouden van het interne milieu, ondanks veranderingen in het externe milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

feedbacksysteem

A

is een zelfgegulerend terugkoppelingsmechanisme dat zorgt voor homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fietsen
de nood aan energierijke stoffen wordt

A

groter

17
Q

fietsen
de nood aan zuurstofgas word

A

hoger

18
Q

fietsen
het 02 transport zal moeten

A

versnellen

19
Q

bij het sporten zal je lichaamstemperatuur

A

stijgen

20
Q

als je zweet verdampt zal de huid

A

afkoelen

21
Q

hoe heet het streven naar een dynamisch evenwicht van het interne milieu

A

homeostase

22
Q
A
23
Q
A