Water Flashcards
1
Q
Hoe is totale waterhoeveelheid verdeeld?
A
97,5 zout
2,5 zoet: daarvan 69,6 ijs, 30,1 grond- en 0,3 oppervlaktewater (en daarvan 0,2 bodemvocht dus beschikbaar voor bodemleven en gewassen en 0,9 echt oppervlaktewater)
2
Q
Welke processen zitten er in hydrologische kringloop?
A
verdamping, verplaatsing (wind), neerslag en afstroming
3
Q
Wat is een humide klimaat?
A
neerslag groter dan verdamping
4
Q
Wat is een aride klimaat?
A
Neerslag kleiner dan verdamping
5
Q
Wat is de waterbalans?
A
Aanvoer -/- afvoer + bergingsverandering = 0
6
Q
Hoe reken je mg Ca2+ om in mmol?
A
delen door 40,1
7
Q
Hoe reken je mg Cl- om in mmol Cl-?
A
delen door 35,5
8
Q
Wat is de formule om tot de ionenratio IR te komen?
A
IR = 2 [Ca] / (2[Ca] + [Cl])
9
Q
A