3 Geologie, geomorfologie en reliëf Flashcards
Het Noordzeebekken waar Nederland qua geologische structuur toe behoort wordt gekenmerkt door…
Bodemdaling sinds het krijt-tijdperk
De horsten en slenken (delen van de aardkorst die respectievelijk relatief stijgen en dalen) zijn Tektonische elementen van de tijd…
Ouder dan het Tertiair en Kwartair (Mesozoisch)
De oudste dagzomende gesteenten vinden we in
Zuid-Limburg
Potklei (uit het Elsterien, de twee-na-laatste ijstijd) is
zeer zware klei
Het merendeel van de afzettingen uit de laatste ijstijd behoren tot de Boxtel formatie. De gesteenten zijn
Dekzand en löss
Het deel van de formatie van Nieuwkoop (veen) dat we aantreffen in de kust- en riviervlakte van Nederland is gevormd in het
Holoceen
Het gebied met Holocene afzettingen in Nederland bestaat voornamelijk uit
Zavel, klei en veen
Veel ondergrondgegevens van Nederland zijn ontsloten via
Dinoloket
De geomorfologie beschrijft en verklaart de
vormen van het aardoppervlak
Een vormbepalende factor is bijvoorbeeld
fluviatiel
Welke geografische elementen zijn voortgekomen uit breuken met verticale bodembeweging die zich uitstrekken van ZO naar NW in Zuidoost Nederland?
Horsten en slenken
Asymmetrische droge dalen op de Veluwe en het Limburgse heuvelland zijn het gevolg van
het afglijden van modderige ontdooide bovengrond in combinatie met verschillen in bezonning van de dalwand
In Noord-Nederland zien we twee oriëntatierichtingen van de beekdalen. Hier leiden we uit af dat het landijs
twee verschillende bewegingsrichtingen heeft gehad
Tijdens het Selten van het ijs is smeltwater zowel over als door de stuwwallen gestroomd. Geomorfologische vormen die daarbij horen zijn
ijssmeltwaterdalen en spoelzandwaaiers
Aan het einde van de laatste ijstijd werden duinen gevormd langs de beddingen van vlechtende rivieren. In westelijke richting worden deze duinen gedeeltelijk omringd door jonge rivierklei. Hoe worden de toppen van de rivierduinen die boven de klei uitsteken genoemd?
Donken