Wat is sociologie + cultuur Flashcards

(43 cards)

1
Q

De drie verschillende sociologische perspectieven

A

Structureel functionalisme, conflictsociologie, symbolisch interactionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mondiaal perspectief =

A

het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarbij inneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mondiaal perspectief is in te delen in:

A

Hoge, midden en lage inkomenslanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

We vergelijken rijke westerse landen met arme landen omdat: (3 redenen)

A

het inzicht geeft, we er contact mee hebben, het elders erger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociologische verbeeldingskracht

A

hoe maatschappelijke problemen invloed hebben op individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

private troubles

A

depolitisatie, eigen schuld dikke bult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

public issues

A

externalisatie, de oorzaken van problemen liggen buiten de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De drie veranderingen waardoor sociologie is ontstaan:

A

industrialisering, groei van steden, nieuwe politieke opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gevolgen van industrialisering (3)

A

arbeiders in fabrieken, scheiding van werk en privé, ontstaan moderniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van modernisering (6)

A

verdwijnen traditionele gemeenschappen, individualisme, sociale diversiteit, toekomstgericht, arbeidsverdeling, rationaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontstaan van steden:

A

groeiende textielindustrie, werk in stedelijke fabrieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen van het ontstaan van steden:

A

vervuiling, uitbuiting, misdaad, gebrek aan woonruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Politieke opvattingen van Hobbes, Lock & Smith

A

groeiend individualisme, minder gehoor aan God/Koning, vrijheid en recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Politieke verandering door Franse revolutie

A

de samenleving als geheel, rationaliteit om de wereld te duiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Politieke opvatting van Max Weber

A

rationaliteit ontstaan door afname traditioneel wereldbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Politieke opvatting van Karl Marx

A

modernisering is een vorm kapitalisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De gevaren van de moderne samenleving (3)

A

Afname solidariteit, anomie, klassensamenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Anomie

A

veranderende normen en waarden door individualisme in de samenleving. De maatschappij biedt weinig morele richtlijnen.

19
Q

De twee onderscheiden die Ferdinand Tönnies maakt

A

Gemeinschaft en Gesellschaft

20
Q

kenmerken van Gemeinschaft (traditioneel)

A

groepsbelang, traditie, saamhorigheid, eer hooghouden

21
Q

kenmerken van Gesellschaft (modern)

A

individuele vrijheid, gelijkheid, schuld, eigen belang en economie, persoonlijke mening

22
Q

Het belang van sociologie (3)

A

nagaan wat wel/niet klopt, inzicht krijgen in mogelijkheden en hindernissen, actieve rol in de samenleving

23
Q

cultuur is het resultaat van …

A

sociale ervaringen

24
Q

5 soorten cultuur

A

immaterieel, materieel, hoog/elitaire, populair/laag/volks, sub

25
5 cultuurelementen
symbolen, taal, waarden, normen, overtuigingen
26
Culturele veranderingen n.a.v. technologie
uitvindingen, ontdekkingen, verspreiding
27
Multiculturalisme
erkenning van culturele diversiteit in een samenleving
28
Gevolgen van multiculturalisme
verdeeldheid door individualisme, daling van sociale cohesie
29
Eurocentrisme
het domineren van Europese cultuurpatronen waarbij geen rekening gehouden wordt met andere culturen
30
Tegencultuur
stroming die zich tegen de gevestigde orde keert
31
cultuurshock
de eigen cultuur is vanzelfsprekend
32
culturele integratieprincipe
de nauwe relatie tussen verschillende elementen van een cultuursysteem
33
Etnocentrisme
de andere cultuur wordt aan de hand van de eigen culturele normen en waarden bepaald. Eigen cultuur is superieur.
34
Cultuurrelativisme
Culturen kunnen niet met elkaar vergeleken worden. normen en waarden zijn niet universeel.
35
Mondialisering
de wereldwijde stroom van goederen, informatie en mensen
36
De 3 zwakke punten van de mondiale cultuur
onregelmatige stroom van informatie en mensen, aanname dat iedereen rijk genoeg is, wereldwijde cultuurelementen
37
De civilisatietheorie van Norbert Elias
Verklaring voor de toenemende complexiteit van de samenleving
38
Het culturele kapitaal van Pierre Bourdieu
De omgeving waarin je opgroeit bepaald welk kapitaal je meekrijgt
39
Soorten kapitaal
Sociaal, economisch, cultureel, persoons
40
Structureel functionalisme
Cultuur is een verzameling van gedragspatronen om met elkaar samen te kunnen leven en in elkaars behoeften te kunnen voorzien.
41
Conflictsociologie
Cultuur is een mechanisme om sociale ongelijkheid in stand te houden. Materialisme is van invloed op cultuur.
42
Sociobiologie
cultuur is het resultaat van genetische en biologische evolutie
43
Symbolisch interactionisme
Mensen ontwikkelen hun identiteit door het contact dat zij hebben met anderen.