Waardeleer: Petty, Smith, Ricardo, Mill en Marx Flashcards

1
Q

Wat is volgens Petty de grootste factor van waarde?

A

Productiekosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden prijzen bepaald volgens Petty?

A

Hij stelt dat de relatieve prijzen worden bepaald door de hoeveelheid land en hoeveelheid arbeid nodig om een bepaald goed te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de “par” volgens Petty?

A

De verhouding tss arbeid en land die moet toelaten om hoeveelheden arbeid om te zetten in hoeveelheden land of omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk eerste onderscheid staat centraal bij de waardeleer van Smith?

A

Maakt een onderscheid tss gebruikswaarde (value in use) of ruilwaarde (value in exchange, de koopkracht van een bepaald goed in termen van andere goederen).

Hij stelt dat er niet noodzakelijk een verband hoeft te zijn tussen deze twee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk tweede onderscheid staat centraal bij de waardeleer van Smith?

A

Onderscheid tss de natuurlijke prijs en de marktprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de natuurlijke prijs volgens Smith?

A

De natuurlijke prijs is de evenwichtsprijs op lange termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de marktprijs volgens Smith?

A

De marktprijs is de evenwichtsprijs op korte termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat dient de marktprijs te doen?

A

De marktprijs moet dus tenderen naar de natuurlijke prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de prijs van een goed samengesteld volgens Smith?

A

de samenstelling van de prijs van een goed ziet er als volgt uit: natuurlijke prijs = loon + winst + rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de beste maatstaf voor de waarde van iets volgens Ricardo?

A

De beste maatstaf voor de waarde van iets, is de gecommandeerde arbeid. Dit is de nominale prijs van een goed gedeeld door het nominale uurloon (P/w)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke aspecten van Smith’s waardeleer heeft Ricardo kritiek?

A

De formule van de natuurlijke prijs van Smith

Alsook zijn maatstaf van de gecommandeerde arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaraan stelt Smith de relatieve waarde gelijk?

A

Hij stelt dat de relatieve waarde altijd gelijk is aan de verhouding tussen de geïncorporeerde arbeidshoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is geïncorporeerde arbeid volgens Smith?

A

Geïncorporeerde arbeid is volgens hem ‘directe arbeid + arbeid opgeslagen in productiemiddelen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de voorwaarde van Smith zijn waardeleer?

A

Dat zijn waardeleer enkel geldig is bij vrije concurrentie. Omdat dit in de realiteit niet altijd het geval is, zegt hij dat er afwijkingen zullen zijn van enkele procenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de (uitbundige) kritiek van Mill op Ricardo zijn waardeleer?

A

Hij vindt dat deze te hard gebaseerd is op arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarop is Mill zijn waardeleer gebaseerd?

A

Mill’s waarde is gebaseerd op productiekosten.

De productiekosten worden bepaald door de hoeveelheid vereiste arbeid en de winstvoet.

17
Q

Waarin is Mill een van de eersten?

A

Hij spreekt ook als een van de eersten over vraag en aanbod in de vorm van aparte vergelijkingen in plaats van verhoudingen.

Past deze redenering toe om bv de waarde te bepalen van gekoppelde producten