w3 jeugdrecht Flashcards

1
Q

strafprocesrecht

A

hierin staan de regels voor opsporing, vervolging berechtiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

begin en einde in het strafprocesrecht:

A

het strafproces begint op het moment dat de politie hoort/ziet dat er een strafbaar feit gepleegd is en eindigt als de veroordeelde zijn straf heeft uitgezeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fase 1 voor onderzoek

A

begint op het moment dat de politie een onderzoek instelt naar een strafbaar feit en eindigt als de rechtszaak begint of als de ovj heeft besloten de zaak te seponeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

doel van het vooronderzoek

A

bewijs vergaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

door wie wordt het voor onderzoek geleid

A

door de ovj, die de politie de bevoegdheid geeft om dwangmiddelen toe te passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

onderzoek ter terechtzitting

A

vindt de ovj dat er een rechtzaak moet komen dan vaardigt hij een dagvaarding uit hierin wodt de verdachte opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting en voor welk strafbaar feit hij wordt verdacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tenuitvoerlegging van de straf

A

legt de rechter een straf op, dan wordt deze uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de minister van rechtsbescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opsporingsambtenaar

A

Daarmee wordt iedere functionaris bedoeld die bevoegd is strafbare feiten op te sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene opsporingsambtenaar

A

politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

buitengewone opsporingsambtenaar

A

handhaving en de afdeling leerplicht van de gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

officier van justitie en het OM

A

heeft de taak om verdachten te vervolgen. Leid het vooronderzoek, beslist over de inzet van dwangmiddelen en beslist of de zaak uiteindelijk aan de recht zal worden voorgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rechter commissaris

A

rechter die een andere taak heeft dan rechtspreken, houdt toezicht op de rechtmatigheid en zorgvuldigheid van het vooronderzoek en kan ook beslissen dat bepaalde getuigen/deskundigen worden gehoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rechter en kinderrechter

A

Heeft de taak om de zitting te leiden en een uitspraak te doen met zijn oordeel over de schuld van de verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

medewerker van de raad van kinderbescherming

A

maakt een basisrapport over de persoonlijke omstandigheden van de jeugdige en over de omstandigheden waaronder hij het delict gepleegd heeft. De raad kan ook een vervolgrapport maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

medewerker jeugdreclassering

A

-heeft als taak de jeugdigen te begeleiden die een strafbaar feit hebben gepleegd om hem zo weer op het rechte spoor te krijgen
-biedt toezicht en begeleiding bij jeugdigen die door de ovj of de rc onder bepaalde voorwaarden in vrijheid zijn gesteld.
-nauw betrokken bij de ontwikkeling van scholing en trainingsprogramma’s in het kader van verplichte nazorg na een verblijf in JJI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

openbaar ministerie taak

A

de rechter heeft als taak om de verdachten te vervolgen. I

17
Q

ovj

A

leden OM bij de rechtbank

18
Q

advocaat generaal

A

leden Om bij het gerechtshof

19
Q

college van procureur generaals

A

5 procureurs generaal samen met een voorzitter dei samen het beleid van OM bepaalt

20
Q

4 keuzes van het OM

A

vervolgen, voorwaardelijk niet vervolgen, strafbeschikking, seponeren

21
Q

bevoegdheden politie

A

seponeren, doorverwijzen naar Halt en de bevoegdheid om een geldboete op te leggen

22
Q

ZSM werkwijze

A

zo snel mogelijk een passende reactie op het strafbare gedrag geven

23
Q

absolute competentie

A

bepaald welk type gerecht bevoegd is de zaak te behandelen: rechtbank, gerechtshof of HR

24
Q

relatieve competentie

A

bepaald waar de zaak afgehandeld zal worden

25
Q

arrondissement

A

werkgebied van de rechtbank

26
Q

ressort

A

werkgebied van het gerechtshof

27
Q
A