W2 Flashcards

1
Q

Beredeneer wat voor soort geneesmiddelen zwangeren vooral zullen gebruiken. Noem enkele indicaties waarbij de voordelen van het gebruik van geneesmiddelen opwegen tegen het risico voor de ongeborene.

A

Antacida, antibiotica (vanwege vaginale infecties), anti-emetica, foliumzuur, ijzersupplementen, laxantia; voorbeelden van aandoeningen waarbij behandeling voortgezet dient te worden tijdens de zwangerschap: hypertensie, epilepsie, diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar hangt de placentapassage van een geneesmiddel van af?

A

Lipofiliteit, ionisatiegraad, molecuulgewicht (<600 gram/mol passeert de placenta), eiwitbinding, membraandikte van de placenta (neemt af tijdens de zwangerschap), metabolisme van geneesmiddelen in de placenta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke geneesmiddelen beïnvloeden de melkproductie? Wat is in dit verband de indicatie voor het gebruik van bromocriptine, een dopamine receptor agonist die bij de ziekte van Parkinson wordt toegepast?

A

De melkproductie staat onder invloed van prolactine, waarvan de release gestimuleerd wordt door oestrogenen en geremd door dopamine; dopamine agonisten kunnen worden toegepast bij een prolactinoom en ter onderdrukking van de postpartale lactatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf het erectiemechanisme. Welke neurotransmittor is primair verantwoordelijk voor het ontstaan van de erectie? Beschrijf wat er gebeurt in het corpus cavernosum met bloedvaten en gladde spiercellen als deze neurotransmittor vrijkomt.

A
  • toename van de arteriële bloedtoevoer via a. cavernosa
  • relaxatie van de gladde spiercellen in corpus cavernosum
  • afname van de veneuze bloedafvoer in corpus cavernosum.

De primaire neurotransmitter is stikstofoxide (NO). Veroorzaakt vasodilatatie van de caverneuze arteriën en relaxatie van de gladde spiercellen die de sinussen omgeven en vullen de sinussen met bloed&raquo_space; zwelling van de penis (tumescentie) en intra-caverneuze drukverhoging.

Als gevolg hiervan worden de veneuze verbindingen gecomprimeerd. Dit leidt tot een afname van de veneuze afvoer met stijfheid (rigiditeit) als gevolg.

Verdere rigiditeit wordt verkregen door ritmische contracties van de somatisch geïnnerveerde bekkenbodemspieren musculus bulbocavernosus en ischiocavernosus, met als gevolg een verdere drukstijging in het corpus cavernosum. Deze ritmische contracties spelen ook een rol bij de emissie van semen uit de urethra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk hormoon zorgt voor het verdwijnen van de erectie (detumescentie) en welk deel van het autonome zenuwstelsel is hierbij betrokken?

A

Adrenaline is de neurotransmittor, behorende bij het sympatische zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het verwijderen van een prostaatcarcinoom kan leiden tot een erectiestoornis.
Welke structuur raakt in die gevallen beschadigd?

A

parasympatische zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van somatogene erectiestoornis?

A

Vaatlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een man van 52 jaar bezoekt het spreekuur met klachten van erectiestoornissen en een verminderd libido. Zijn BMI is 32. Hij is sinds 10 jaar bekend met diabetes mellitus en gebruikt bètablokkers voor hypertensie. Bij laboratoriumonderzoek is een HbA1C (GlycoHB) van 9,0 mmol/mol(ref. waarde <7 mmol/mol) en een testosteron van 8,0 nmol/L(ref. waarde >11 nmol/L) vastgesteld.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van het lage testosteron?

A

Overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een 55-jarige man bezoekt het spreekuur met klachten van erectiestoornissen en verminderd libido. Zijn BMI is 32. Hij is sinds 10 jaar bekend met diabetes mellitus en gebruikt bèta-blokkers als medicatie voor hypertensie. Bij laboratoriumonderzoek is een HbA1c (GlycoHb) van 9,0 (referentiewaarde <7) en een testosteron van 8,0 (referentiewaarde >11 mmol).
Wat is het eerst aangewezen onderzoek?

A

Colour doppler onderzoek van de penis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een myoom en welke subtypes zijn er allemaal?

A

Een myoom is een goedaardige bolvormige woekering van de gladde spier van de baarmoeder. Kan een oorzaak zijn van hevig menstrueel bloedverlies.

a submuceus: deze liggen onder het slijmvlies (endometrium);

b intramuraal: deze liggen in de wand van de baarmoeder;

c subsereus: deze liggen onder de buitenbekleding (serosa) van de baarmoeder;

d gesteeld: deze liggen los van de baarmoeder maar zijn nog met een steel hieraan verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de meest gebruikte medicamenteuze behandelingen voor hevig menstrueel bloedverlies?

A

Meestal hormonaal, waarbij gekozen kan worden tussen cyclisch of continu.

continue: progestativum geven waardoor vaak een volledige amenorroe wordt bereikt. E.g. Mirena spiraal

cyclisch: oestrogeen en progesteron in de vorm van OAC, nuvaring of pleisterpil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een molazwangerschap?

A

Een mola zwangerschap is een histologische diagnose, waarbij er hydropische villi en trofoblast hyperplasie met atypie gevonden worden. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen een complete en partiele mola.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor symptomen komen voor bij een molazwangerschap?

A

Vaginaal bloedverlies en misselijkheid belangrijkst. Zij kunnen in verschillende combinaties gepaard gaan met anemie, hyperthyreoïdie, buikpijn, vergrote uterus en vergrote ovaria. Deze symptomen kwamen in het verleden, voor het tijdperk van de echoscopische diagnostiek, meer uitgesproken en vaker voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de definitie low risk persisterende trofoblastziekte (GTN)?

A
  • een plateau van het hCG in 4 opeenvolgende wekelijkse metingen gedurende 3 weken,
  • óf als er een stijging van het hCG is in 3 metingen gedurende 2 opeenvolgende weken.
  • bovendien dient 1 van de waarden buiten de P95 van de regressiecurve te vallen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling van low risk persisterende trofoblastziekte (GTN)?

A

bestaat uit Methotrexaat (MTX) kuren. Er wordt doorgegaan met de kuren tot het hCG genormaliseerd is; vanaf dat moment worden nog twee zekerheidskuren gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly