W1 Flashcards

1
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen de mitose en de meiose II?

A

bij de meiose II zijn de zuster-chromatiden niet identiek en bij de mitose wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is crossing-over essentieel voor een correct verloop van de meiose?

A

een correcte chromosoom segregatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen de mitose en de meiose I fase?

A

Bij de meiose I fase moeten de zusterchromatiden bij de centromeren verbonden blijven en bij de mitose niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke twee meiose-specifieke processen zijn afhankelijk van DNA reparatie processen?

A

Chromosoomparing en crossover-vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zou een defect in een DNA dubbelstrengsbreuk herstel tijdens de meiotische profase kunnen leiden tot aneuploïdie in de rijpe eicel?

A

Als de breuken niet goed worden hersteld kan er iets misgaan met chromosoomparing/crossover-vorming, hierdoor kunnen de chromosomen niet goed oriënteren als de cel naar metafase gaat/zitten de chromosomen niet aan elkaar vast en dan kan het gebeuren dat een chromosoom in de verkeerde cel terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van crossovers bij meiose?

A

Deze zorgt voor verbinding tussen homologe chromosomen bij metafase meiose I.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke structuur draagt bij aan een correcte verdeling van de chromosomen tijdens de eerste meiotische deling?

A

het cohesine complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het Li fraumeni syndroom?

A

Genetisch defect in p53 waardoor een vergrootte kans op kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van het p27 eiwit in kanker?

A

Dit protein bindt aan cycline en cdk en blokkeert zo het begin van de S-fase. Bij lage levels van p27 kan je een hogere kans op kanker hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tijdens welke fase vindt de diversificatie plaats van de chromosomen in meiose?

A

Prophase 1, hier vind recombinatie van genetisch materiaal plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt crossing-over in?

A

Het begrip crossing-over staat voor het feit dat een chromatide van het ene homologe chromosoom een gedeelte uitwisselt met een chromatide van een ander chromosoom. Tijdens de metafase 1 zijn de posities op het chromosoom waar dit proces plaatsvindt zichtbaar met de lichtmicroscoop als gebieden waar de chromosoomarmen van twee homologe chromosomen elkaar ‘kruisen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het synaptonemale complex?

A

Het eiwitcomplex dat zich als een gesloten ritssluiting tussen twee homologe chromosomen bevindt voor het proces van crossing-over

wordt bijna geheel verwijderd voordat de cel overgaat in de metafase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van cohesine?

A

Zorgt ervoor dat homologe chromatiden met elkaar verbonden blijven.

Afbraak begint tijdens de overgang van metafse 1-anafase1 langs de chromosoom armne en loopt zo op tot de centromeer tijdens de overgang van metafase 2 naar anafase 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke subfases bestaat de profase in meiose 1?

A
  • Leptoteen (synaptonemale complex vormen kunnen zichtbaat gemaakt worden)
  • Zygoteen (gedeeltelijke sluiting van de rits tussen homologe chromosomen)
  • Pachyteen (elle chromosomen zijn volledig gepaard met hun homoloog)
  • Diploteen (chromosomen beginnen zich al een beetje van elkaar te verwijderen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom zijn zusterchromatide cohesie en crossing-over beiden noodzakelijk voor een correcte segregatie van de homologe chromosomen tijdens de eerste meiotische deling.

A

Als het synaptonemale complex wordt afgebroken, moeten de homologe chromosomen toch nog met elkaar verbonden blijven tot de mataphaseI-anaphaseI transitie. Crossing-over zorgt ervoor dat één van de twee zusterchromatiden van het ene chromsoom gedeeltelijk wordt uitgewisseld met één van de twee zusterchromatiden van het andere chromosoom. Omdat dit nieuwe gedeelte van zo’n chromatide nog vast zit aan haar “vroegere” zusterchromatide door de aanwezigheid van cohesine, blijven de homologe chromosomen nog aan elkaar vastzitten. Als het cohesine langs de chromosoomarmen verwijderd wordt, en de stukjes chromatide hun vroegere zusters loslaten, kunnen de homologe chromosomen uit elkaar getrokken worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke organen kunnen volwassen stamcellen geisoleerd worden?

A

Hersenen
Beenmerg
Bloedvaten
Skeletspieren
Huid
Lever

17
Q

Wat houdt transdifferentiatie in?

A

Het vermogen van volwassen stamcellen om te differentiëren tot zeer veel verschillende typen cellen.

18
Q

Wat zijn de voordelen (2) en nadelen (1) van ES-cellen ten opzichte van volwassen stamcellen gebruiken voor transplantatie bij bv weefselbeschadiging en degeneratieve ziekten.

A

Voordelen
1. Deze cellen zijn makkelijker te kweken
2. ES-cellen zijn beter in staat zich tot het gewenste celtype te differentiëren

Nadelen
1. ES-cellen zijn niet lichaamseigen

19
Q

Welke 4 genen kunnen ervoor zorgen dat fibroblasten gededifferenteerd worden tot ES-cellen (IPSC)?

A

Sox2
Oct4
C-Myc
Klf4

Deze genen coderen voor transcriptiefactoren waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij de pluripotentie van ES-cellen

20
Q

Humane embryonale stamcellen komen het meest overeen met…

A

De cellen van de inner cell mass

21
Q

Wat is de aangewezen manier om vast te stellen dat een embryonale stamcellijn nog steeds pluripotent is?

A

Injecteer de cellen in een blastocyst embryo en kijk of er een gezond embryo vormt.

22
Q

Voor het maken van geïnduceerde pluripotente stamcellen is het noodzakelijk om cellen te dedifferentieren. Noem twee epigenetische processen die een belangrijke rol spelen bij dedifferentiatie.

A

DNA demethylering
Histone demethylering
Histone de-acetylering

23
Q

Bij het kweken van stamcellen bestaat het risico dat de cellen differentiëren. Noem tenminste twee methodes die gebruikt worden om te controleren of de embryonale stamcellen niet gedifferentieerd zijn.

A

Je kunt het vermogen van de ES cellen om zich te blijven delen testen.

Je kunt het ‘ongedifferentieerde’ uiterlijk van de ES cellen onder de microscoop controleren.

ES cellen kunnen met immunocytochemische technieken worden onderscheiden van andere cellen (bv. met antilichamen tegen Oct 4, zie figuur 3).

De pluripotentie kan worden getest door de cellen te laten differentiëren in vivo en in vitro.