W2 - Flashcards

1
Q

Wat is de 80/20 regel?

A

80% problemen van de problemen/omzet komt van 20% van de klanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 5 belangrijkste soorten segmentaties van klanten?

A
  1. Geografisch
  2. Demografisch
  3. Sociaal-economisch
  4. Psychografisch
  5. Gedrag
    (HC2, dia 14)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt Missie in?

A

Waarom bestaan we? (Kernopdracht)
(HC2, dia 5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt Visie in?

A

Waarvoor staan we? (Normen & waarden)
(HC2, dia 5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt Strategie in?

A

Hoe gaan we dit doen? (Doelstellingen, KPI’s, scenario’s, actieplannen)
(HC2, dia 5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het BMC in?

A

De 9 belangrijkste aspecten die nodig zijn bij het (her)inrichten van een bedrijf.
(HC2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 9 belangrijke aspecten van het BMC?

A
  1. Waardeproposities
  2. Customer segmentations
  3. Customer relations
  4. Channels
  5. Key activities
  6. Key partners
  7. Key resources
  8. Revenue streams
  9. Cost structure
    (HC2, dia 7)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt USP in?

A

= Unique Selling Proposition
- Wat onderscheidt jou van de concurrentie?
(HC2, dia 10)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kwaliteit?

A

“Kwaliteit van een product/dienst is niet wat de leverancier erin stopt. Het is wat de klant eruit haalt en waarvoor hij bereid is te betalen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt Transcedent kijken in? En waarmee heeft het te maken?

A

Transcedent kijken gaat niet over (alleen) het product zelf, maar over het imago van het product.

Het heeft te maken met de mogelijke benaderingen van kwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4P’s/4C’s?

A

Price, Promotion, Place & Product.
Customer, Cost, Convenience & Communication.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly