VTE (Veneuze trombose en embolie) Flashcards
week 1
Proces vaatwand na beschadiging
- Endotheline vrij
- Vasoconstrictie
- Gladde spiercellen samentrekken
- Vermindering bloedverlies
Wat verstaan we onder de primaire hemostase?
Het proces waarbij een trombocytenplug gemaakt wordt
Voorloper trombocyten + oorsprong
Megakaryocyten it het beenmerg
Normaalwaarde trombocyten volwassene
150-350 x 10^9 /L
2 belangrijkste facotren voor primaire hemostase
- Trombocyten
- Von Willebrand factor
3 stappen vorming bloedplaatjesplug
- Adhesie
- Secretie
- Aggregatie
Adhesie
Wat is nodig? (vorming trombocytenplug)
- VWF
- Glycoproteïne Ib op trombocyt
Secretie
Van de inhoud van? (vorming trombocytenplug)
- Alpha-granulae: inhoud Pf4, fibrinogeen
- Dense bodies: inhoud ADP/ATP, calcium
Aggregatie
Hechting van trombocyten aan elkaar, wat is nodig?
- ADP/ thromboxaan A2
- GpIIbIIIa receptor
Rol VWF (primaire hemostase)
- Lijmvloeistof voor trombocyten aan sub-endotheel en aan elkaar
- VWF tekort leidt tot bloedingsneiging
Doel secundaire hemostase
Vorming fibirnedraden
Belangrijkste initiator secundaire hemostase
Tissue factor
Laatste stap secundaire hemostase
Omzetting van fibrinogeen in fibrine
Proces secundaire hemostase
Met factoren en startpunt
- TF is startpunt
- FVII + TF –> FVIIa + TF
- –> Xa + Va
Remmende factoren secundaire hemostase
- Antitrombine
- APC systeem
APC systeem
- Geactiveerd proteïne C (APC) remt facto Va en VIIIa
- Proteïne S is een cofactor voor proteïne C
LAB bij controle of primaire hemostase goed werkt
- Trombocyten
- VWF
LAB secundaire hemostase
- PT (protrombine tijd)
- aPTT (geactiveerde partiële tromboplastine tijd)
PT (labonderzoek)
De tijd die nodig is om plasme te laten stollen na toevoeging van thromboplastine, een activator van extrinsieke stolling en calcium
APTT (labonderzoek)
Tijd die nodig is om plasme te laten stollen na toevoeging van fosfolipide, een activator van intrinsieke stolling en calcium. APTT-reagens bevat geen TF.
Trombose is vaak een gevolg van een andere toestand
Noem deze mogelijke toestanden
- Inmobiliteit
- Zwangerschap
- Pilgebruik
- Kanker
- Ouderdom
Trias van Virchow
- Endotheel schade
- Stase of turbulentie in bloedstroom
- Hypercoagulabiliteit
Wat zorgt vor endotheelschade?
Trias van Virchow
- Roken
- Operatie
- Infuus
Wat zorgt voor stase/ turbulentie in bloedstroom?
Trias van Virchow
- Bedlegerig (>3 dagen)
Wat zorgt voor hypercoagulabiliteit?
- Pilgebruik
- Zwangerschap
- Maligniteit
Door welk tekort of teveel van stollingsfactoren ontstaat een tromboseneigng?
Factor V Leiden mutatie
Mogelijkheden diagnostiek DVT
- CUS (compressei ultrasound sonografie)
- D-dimeer (afbraak product fibrine)
- Klinische kansschatting (WELLS)
Diagnsotiek DVT
- Inschatting van klinische waarschijnlijkheid op trombose met klinische risicoscore (WELLS)
- Bepaling D-dimeer in het bloed van een patiënt
- Echo van het been
Waardoor komt de pijn bij longembolie?
Pleuritis die kan ontstaan, deze zit vast aan de ademhaling
Klinische tekenen en symptomen van longembolie
- Thoracale pijn
- Dyspnoe
- Hemoptoe
- Palpitaties
- Tachycardie
- Hypoxie
- Hypotensie
- Pleurawrijven
- Collaps
Aanvullend onderozek LE
- Ventilatie/ perfusiescan
- CT
Wat moet je geven bij arterie stolsel
Primaire hemostase
Trombocytenaggregatieremmers: ascal, aspirine
Wat moet je geven bij een veneus stolsel
Vooral fibrine (secundaire hemostase)
- Heparine
- DOAC’s
Doel behandeling LE
korte termijn
- Voorkomen uitbreiding
- Voorkomen progressie VT
- Voorkomen mortaliteit
Doel behandeling LE
Lange termijn
- Voorkomen post-trombotsich syndroom
- Voorkomen trombo-embolische pulmonale HT
- Voorkomen recidief
Mogelijkheden initiële behandelingen
Van een LE
- Heparine
- Ongefaractioneerde heparine
- LMWH
- Fondaparinux - Directe orale anticoagulantia
- Trombolyse
- Vena cava filter
Welke stollingsfactoren remt heparine
- **FIIa
- FXa**
- IXa
- XIa
- XIIa
4 DOAC’s
- Rivaroxaban
- Apixaban
- Edoxaban
- Dabigatran
Toediening trombolyse
Toedienen fibrinolyticum, zoals tPA of urokinase
Trombolyse
Longembolie
Patiënten met hemodynamische instabiliteit
Trombolyse
DVT
In studieverband of extreme situaties met lokale catheters
Vitamine K antagonisten
- Fenprocoumon
- Acencoumarol
- Warfarine (niet in NL)
Aangrijpingspunt vitamine K antagonisten
Stollingsfactoren
- FII
- FVII
- FIX
- FX
INR
International nomralized ratio
patiënt PT/ mean normal PT
ISI
Internatiional sensitivity index
Geeft gevoeligheid van tromboplastine voor de meting van sntistollingsef
VTE 1e even met tijdelijke risicofactor
duur behandeling
3 maanden
VTE 1e even: idiopatisch/ spontaan
duur behandeling
- Onbeperkt, tenzijn bloedingsrisico
- 1-2 jaarlijks herevalueren
Recidief trombose VTE
duur behandeling
Onbeperkte duur
Antidota vitamine K antagonisten
- Vitamine K
- Protrombine complex concentraat (FII, VII, IX, X)
Antidotum dabigatran
Idarucizumab (Praxbind)
Antidotum FXa-remmers
PCC (zit FX in!)
Soorten trombose
bij neonaten
- Renale vene trombose
- Sinusvene trombose
- Catheter veneuze trombose
Waardoor komt hypercoagulabiliteit bij catheter veneuze trombose
Neonaten
Sterk toegediende suikers bij neonaten
Thoracic outlet syndrome
Armtrombose krijgen door steeds je arm omhoog te doen
Belangrijk om te bespreken bij kinderen met trombose
Om alert op te zijn in de toekomst
- Zwangerschap
- Anticonceptie
- Inmobilisatie
- Botbreuken/ gips
Welke 2 DOAC’s worden vergoed bij kinderen
- Rivaroxaban
- Dabigatran
Gebruik VKA
Bij welke aandoeningen
- Atriumfibrilleren
- Cerebrale embolie bij AF
- Behandeling trombo-embolieën
- Hartklepprotheses
- Veneuze bypass
- Trombus in het hart
Acenocoumarol
Korte beschrijving
- T1/2 11 uur
- Soort roeibootje: je kan het bijsturen, maar 1 verkeerde slag is gelijk mis
Fenprocoumon
- T1/2 160 uur
- Gaat goed rechtdoor maar 1 bochtje is lastig (olietank)
Bij een te hoge tank
Stappenplan trombosedienst
Ga je 1 stap terug
Beleid VKA naar DOAC overstap
1 dag tussenin stoppen met VKA
Beleid DOAC naar VKA
DOAC en VKA overlappen