vragen Flashcards

1
Q

IgM MGUS

A

benigne aandoening met kans op progressie naar maligniteit

kan op evolueren naar nood aan behandeling in de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fragmentocyten

A

TMA
of
DIC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fragmentocyten
-> TMA
TTP behandeling

A

Plasma uitwisseling ( niet transfusie!)

CS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pentade TMA

A

koorts
thrombocytopenie
hemolytische anemie
microvasculaire trombi: nier, CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DAT pos IgG -> WAIHA
Hb < 5
angor, dyspnee
sferocyten

=> transfusie?

A

Hoge dosis CS geven en ABO compatibel bloed geven ondanks de kruisreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AML belangrijkste prognostische factor

A

cytogenetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bcl2 +

A

Folliculair lymfoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Neurofibromatose heeft als complicatie bij het kind

A

opticusglioom + leerachterstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Italiaanse afkomst met vroeger hevige maandstonden

bevallen

A

Ijzergebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

driewaardig ijzer minder goed opgenomen dan tweewaardig

A

ok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alfa-thalassemia minor

A

geen afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

macrocytaire anemie

hypersegmentaire granulocyten

voze voet

(grote ovale macrocyten, indirect bili stijging, LDH hoog)

stramazol (was niet bel, hypothyroidie ook macrocytair, maar normoblastisch)

A

B12 deficientie

-> macrocytaire megaloblastische anemie

!! perifere sensorische neuropathie (DD: FZ)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CML 5j in behandeling -> test?

A

Kwantitatieve PCR met 1/100,000 gevoeligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

klieren in de hals

A

excisiebiopt van de klier

GEEN FNAC OF CNB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geen splenomegalie

A

aplastische anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

celgemedieerde therapie

-> bij welk geen immunologisch effect?

A

stamcellen van identieke tweeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

jong meisje <20000 BP
microscopie weinig BP
petechien, blauwe plekken (dus geen pseudo!!)

A

ITP: bij kind eerst afwachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Man van 47, roker, respiratoire klachten, hoofdpijn, neemt antihistaminicum.
Welk onderzoek NIET nuttig?

A

EPO receptor mutatie testen in perifeer bloed
(zou congenitaal zijn en hier al oudere man)
(JAK2 bij PV is verworven, dus kan nog wel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

keelpijn
verhoogde WBC met blasten en myelocyten
palpabele losliggende klieren

A

CML

  • excess neutrofielen (hoog!)
  • spectrum myeloide voorlopers
  • hypermetabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

cholecystitis

lichte leukocytose met jonge voorlopers (weinig blasten, voornamelijk meer mature vormen
thrombocytose

A

leukemoide reactie op cholecystitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

cordecompensatie!!!!

na transfusie ontwikkelt hij tachypnee en tachycardie, tevens verhoogde CVD

A

TACO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

welke cell of origin heeft folliculair lymfoom

A

Centrocyten

Centroblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

EBV
klieren 3 cm supraclaviculair, cervicaal

geen gezwollen tonsillen

A

klierbiopsie

! verdacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

pure red cell aplasia
aplastische crisis bij familiale sferocytose
Auto-immune hemolytische anemie (viraal?)

A

parvovirus B19

eythema infectiosum: 5e ziekte en niet de 4e ziekte!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

HPV

A

cervixcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

clinical response rate

A

CR + PR + SD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

BK

<5% duidelijke genetische oorzaak

A

klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

link obesitas en kanker

A

etiologisch voor pancreas, nier en darmkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

incidentie in West-Europa en Amerika:

sommige kankers vertonen een duidelijke verlaging in incidentie

A

-> maagkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

protontherapie veroorzaakt geen beschadiging van gezonde weefsels

A

FOUT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

marginale zone lymfoom verloop

A

indolent verloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

anemie (vss familieleden ook)
sferocyten
MCHC gestegen!!!

A

hereditaire sferocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

sferocyten

A

AIHA

heriditaire sferocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

hereditaire sferocytose -> beleid?

A

membraanafwijkingen opsporen bv. EMA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

histologisch beeld bij TBC

A

necrotische granulomateuze lymfadenopathie

- niet purulente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

vermoeid was bij inspanning, 4kg was afgevallen in een paar weken, weinig eetlust, normaal frequente stoelgang, nu veel minder.

MCV gedaald
MCH ook een beetje gedaald

A

ijzergebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

acute B lymfoblastische leukemie (B-ALL)

-> leeftijd?

A

diagnose vooral bij mensen jonger dan 20

itt AML: oudere mensen, slechtere prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

vermoeid
speciaal dieet
verhoogd reticulocyten!

-> test?

A

directe coombs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

eerstelijnsbehandeling hodgkin

A

chemo- en radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

DNA schade voornamelijk door direct effect

A

FOUT

vnl indirect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

diagnostische stralingsbelasting bij kankerpatiënten?

A

potentieel belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

vermoeden van EBV-infectie. Hoe stel je de diagnose?

A

Serologie/monospot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

CD-merkers zijn meestal specifiek voor een bepaald celtype

A

FOUT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

primaire kankerpreventie

A

vermijden van risicofactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

secundaire kankerpreventie

A

screening mammografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

smudge cellen, ghost cellen

A

B-CLL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Budd Chiari

A

PNH
PV
ET

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

budd chiari bij sikkelcelanemie?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

botmetastasen + BV remmers voor RCC

-> wat doe je?

A

denosumab (! kaakosteonecrose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

minst voorkomende klacht die leidt tot diagnose van RCC

A

koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

HNPCC

-> Heeft ook kans op endometrium carcinoom.

A

klopt!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

ITP

A

CS

indicatie: bloedingen of BP <30 x 10^9
(kind: eerst afwachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

TRALI door

A

HLA As in het donor plasma (plasma)

-> donor uitsluiten!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Als 1e lijn bij DLBCL, FL en mantelcel niet werkt, heb je nog max 6m te leven en doe je palliatie.

A

FOUT

FL: laaggradig
er bestaat ook 2e en 3e lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

NHL behandeling

A

immunochemo

= R-CHOP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Manier van leven (eten, genotsmiddelen…)

A

Beinvloedt kanker mortaliteit en incidentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Fractionatie laat reoxygenatie toe

Kankercellen zijn MINDER in staat om DNA te herstellen dan gewone cellen

Hoe langer de totale behandelingsduur, hoe meer repopulatie

A

R’en van radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

t(14;18), Bcl2 positief, traag verloop.

klieren

A

folliculair lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

cell of origin bij Angio-immunoblastisch lymfoom

presentatie: vreemde hypersensitiviteitsreactie zegt ons Mereltje

A

Folliculaire T helper cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Ioniserende straling heeft voornamelijk effect door ROS.

A

indirect idd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

hevige maandstonden, MCV was fors gedaald, ferritine, transferrine en serum-ijzer was normaal. De hemoglobine-elektroforese was normaal

A

alfa-thalassemia minor (trait).

  • ijzerwaardes nl
  • gedaald MCV

!!! bij intermedia: risico ijzerbelading

!!!! serumijzer gedaald, laag ferritine bij ferriprieve anemie, transferrin gestegen)
(ferritine gestegen en transferritine en ijzerserum gedaald bij ACD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

behandeld voor malaria, nigeriaanse man

alleen neutropenie

A

Etnische neutropenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

incidence rate

A

het aantal personen dat op een jaar tijd op een populatie van 100.000 mensen een kanker ontwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q
obstipatie
RUGPIJN
hyperca
anemie
nierfunctieachteruitgang

CRAB

-> diagnose?

A

MM

Eiwitelektroforese op serum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

BCR-ABL1 fusiegen afwijking -> huidige ziekteactiviteit?

A

Kwantitatieve PCR met 1/100,000 gevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

DM, Reumatoïde Artritis en nog een indolent lymfoom

massa van de klier toe en de vrouw vertoont B-symptomen

anemie, gestegen CRP

A

ACD

  • > nl of gestegen ferritine
  • > hoog hepcidine
  • > laag serum ijzer (bescherming tgn infecties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

enkele cytopenieën
vervormde RBC
geen splenomegalie
degranulatie neutrofielen, hypergranulair

A

MDS: myelodysplasie

  • hypogranulaire granulocyt
  • kern: hypolobulair
  • cytopenie (1 of meerdere lijnen)
  • dysplastische afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

myelofibrose -> splenomegalie?

cytopenie?

A

ja

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q
roker
LWI recurrerend (bronchitis)

leukocytose
WBC verhoudingen nl
antihistaminica
diureticum

A

reactieve leukocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

klieren in hals, lies, supraclavic

71j vrouw

hemolyse

piek op elektroferese

-> test om initieel diagnose te bevestigen?

A

cytologie en immuunhistochemie op perifeer bloed en directe coombs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

minste kans om naar een EBV-geassocieerd lymfoom te evolueren

A

20 jarig meisje met mononucleosis infectiosa

wel meer kans wnr immuundeficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

trombose in de vena porta
verhoogd Hb en Htc
PV indicaties

-> test?

A

JAK2-mutatie opsporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

kleincellig lymfoom (indolent): wat klopt NIET

A

kleincellig reageert beter op chemo dan groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

kleincellig lymfoom kan evolueren naar grootcellig

A

klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

kleincellig betere prognose dan grootcellig

A

klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

kleincellig kan nooit eerste presentatie hebben met Ann Arbor IV

A

klopt??

77
Q

kanker komt typisch voor bij adolescenten / jongvolwassenen

A

testis

78
Q

AML:

A

Personen met anemie van Fanconi of GATA2-deficientie hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van AML

79
Q

dry tab aspiraat
atypische lymfocyten
gekke uitlopers

A

hairy cell leukemie

80
Q

wat zie je in klier met EBV?

A

bonte pulpa hyperplasie:
paracorticale hyperplasie met immunoblasten

(+ plasmacellen + eosinofielen)

! langerhals = nodulair

81
Q

GBC (germinal central B cel) heeft een slechtere prognose dan ABC (activated) bij een DLBCLs

A

andersom

82
Q

minder gedifferentieerde cellen zijn gevoeliger voor radiotherapie.

A

juist

83
Q

smouldering myeloma

  • geen symptomen (CRAB neg)
  • maligne plasmacellen > 10%
  • Ig > 15 g/l
  • FLC abnl
A

is maligne aandoening en verhoogd risico naar noodzakelijke behandeling

(nauwgezette opvolging)

84
Q

ITP behandeld
cholestectomie
BP 90

A

operatie kan doorgaan

pas <75 bloedingen bij HK

85
Q

Cyclin D1 aanwezig

Bcl1

A

mantelcellymfoom

86
Q

lage a/b

A

laattijdige reactie

= gevoelig voor fractionering

want schouder herhalen

87
Q

Wat is gerelateerd aan marginale zone lymfoom?

A
h pylori (MALT)
chlamydia psittaci
auto-immune thyroiditis
88
Q

Wat is gerelateerd aan GI aantasting?

A

mantelcel: lymfomatoide polyposis coli

marginale zone

DLBCL: extranodaal (GI tractus)

89
Q

4j
petechien
thrombocytopenie
was enige afwijking

-> beleid?

A

afwachten

ITP

90
Q

vroegtijdige neveneffecten van radiotherapie

A

vooral door inflammatie

91
Q

heel hoge WBC, anemie, had ook splenomegalie, opgezette klieren (axiaal, cervicaal, …). Nu ook keelpijn en koorts

A

CLL

92
Q

CLL symptomen

A

anemie
thrombocytopenie
(hypermetabolisme)

HSM
lymfadenopathie
> 5000 clonale B cellen

(rond 70j)

93
Q

ALL, AML symptomen

acute leukemie

A

BM falen -> anemie, neutropenie, thrombopenie (bloedingen)

!!! centrale blastose (BM)
!!! perifere blastose/leukocytose (soms aleukemisch)

te veel cellen

  • > hyperviscositeit
  • > hypermetabolisme
  • > weefselinfiltratie

coagulopathie

94
Q

CML symptomen

A

asympt

anemie
thrombopenie = zz vnl thrombocytose
hypermetabolisme

splenomegalie
neutrofielen verhoogd (voorlopers)
philadelphia

(rond 50j)

95
Q

preventieve kankertesten

A

kunnen valspositief zijn

96
Q

MM

A

hypogammaglobulinemie

monoklonale hypergamma met hoger Ca

97
Q

Wie heeft beste prognose (welke 2)

AML
CML
anaplastisch anemia (18j) met HLA donor

A

CML

anaplastisch anemia (18j) met HLA donor

98
Q

transfusie

  • RBC
  • serum
A

ABO

  • agglutigenen
  • agglutinines (AS)
99
Q

Hodgkin lymfoom in stadium IVb heeft een genezing van meer dan 60%
Diffuus grootcellig B-cel lymfoom in stadium II heeft een genezing van meer dan 50%

A

klopt

hooggradig NHL: 50-60% genezing

100
Q

FL en CML zijn ongeneeslijk

A

klopt

101
Q

O2 radiosensitiverend

A

jep

102
Q

minder stoelgang, anemie, reticulocyten zeer laag en BP verhoogd

A

ijzertekort met verhoogd EPO

BP secundair verhoogd bij ijzertekort

103
Q

behandeling PV bij pt>60j

A

aderlating
hydrea
anti-aggregantia

! leeftijd bepaalt hier beh

104
Q

behandeling PV acuut

A

aderlating

105
Q

behandeling PV chronisch

A

aspirine
CV hygiene
hematocriet <45%

106
Q

hoe hematocriet <45% krijgen bij PV beh?

A

low risk
- periodieke aderlating

high risk (>60j, trombose in VG)
- hydroxyurea
(- jak 2 inh)
(- interferon)

107
Q

verhoogd HbA2 en HbF

A

beta thalassemia media

bij alle beta-thalassemia dit beeld, bij maior grotere stijging HbF
(bij maior is HbA1 afwezig)

108
Q

Hb bij sikkelcel

A

HbS

109
Q

dermapathologische lymfadenitis

A

paracorticale hyperplasie met langerhanscellen en histiocyten met pigment

110
Q

staal cytogenetica

A

beenmergaspiraat op lithiumheparine

111
Q
anemie
macrocytair
reticulocyten verlaagd
slecht dieet
neurologisch nl
A

FZ deficientie

112
Q

Tumor met hoge prevalentie en hoge 5-jaarsoverleving

A

prostaatkanker

113
Q

Mortality rate

A

doden/100000 mensen met de ziekte/jaar

114
Q

jonge patient met koorts, nachtzweten, vermageren. laag paracervicale klieren. Wat doe je?

A

lymfeklierbiopsie

115
Q

Bevestiging diagnose van…

had supracervicale klieren

A

excisie biopsie

116
Q

anemie en laag bp, wat bepaal je

A

fragmentocyten en adamts13

117
Q

MDS welk bloedbeeld?

A

iets met 6% blasten (<20%) , cytopenie van bep lijn, en licht gestegen lymfocyten

118
Q

MDS symptomen

A

anemie (verhoogd MCV)
infecties (hypogranulair)
bloedingen

! dysplastische afwijkingen in 1/meerdere lijnen
! hypercellulair BM, in BM verhoogde blastose (geen fout in SC itt aplastische anemie)
! >20% blasten: AL

119
Q

ALL: monoklonale b-cel lymfocytose is risicofactor

A

klopt

120
Q

Welke lymfomen gekenmerkt door sinushistiocytose

A

ALK positief anaplastisch lymfoom (ALCL) (donutcellen)

121
Q

immunologische werking transplant

A

bij leukemie

DUS NIET bij AA

122
Q

Casus met vastgestelde PV, wat doe je nu?

A

ASA, hydroxyurea, flebectomie

123
Q

MCV thalassemie

A

gedaald

124
Q

Vrouw 17 jaar. Grauwe kleur, al vaak bloedtransfusie nodig gehad. Hepatosplenomegalie. Microcytaire anemie. Licht gestoorde leverwaarden.

A

alfa-thalassemie intermedia (HbH) met hepatomegalie door extramedullaire hematopoiese

125
Q

Merker om onderscheid te maken tussen ALCL en Hodgkin lymfoom?

A

EMA

126
Q

Karnofsky scale 100/100

A

perfecte kandidaat voor chemo

127
Q

histologisch beeld bij EBV-infectie

A

immunoblasten reactie paracorticaal hyperplasie

128
Q

Origin van cellen AITL

angio-immunoblastische

A

folliculaire T-helpercellen

129
Q

9x10^9/liter thrombocyten. Wat doe je?

A

hoge dosis CS

130
Q

CTCAE

A

toxiciteit van medicament meten

131
Q

ORR = objective response rate =

A

PR + CR

132
Q

CBR = clinical benefit rate =

A

SD + PR + CR

133
Q

Welke merkers zijn er bij een folliculair lymfoom, germinatief centrum

A

CD20+, CD10+, Bcl6+

!! Bcl2+

134
Q

Vrouw met lupus (en gestegen bilirubine, gestegen LDH)

A

hemolytische anemie

135
Q

Beoordeling van respons in studieverband

A

RECIST: max 5 letsels

136
Q

MRD moet onder 5% zijn bij cytologie

A

klopt

137
Q

fractionering laat reoxygenatie toe

A

yihaaa

138
Q

Hb 9,7, macrocytair, WBC verlaagd (3,7), lymfocyten verhoogd (65%). Hogranulypatie. Diagnose?

A

MDS

139
Q

macrocytaire anemie, afwezige reticulocytose en afwezige tekens van hemolyse
-> wat doen?

A

B12/foliumzuurbepaling en beenmergbeeld

140
Q

Anemie, MCV gestegen, trombocyten best sterk gedaald, moeheid
-> wat nakijken?

A

ADAMTS13 en fragmentocyten

141
Q

acute onverwachte thrombopenie -> altijd wat doen?

A

cytologie PB -> FRAGMENTOCYTEN?

indien fragmentocyten: TMA? DIC?
-> sluit DIC uit (kijk nr stollingstesten en D-dimeren)

142
Q

MALT-lymfoom

A

Lymfo-epitheliale letsels

143
Q

Wat is mitosedood

A

Cel sterft bij volgende deling

144
Q

RECIST

A

maat voor respons

145
Q

Karnofsky-score

is een percentage

A

FOUT

Wordt gebruikt om te bepalen of een patiënt een bepaalde therapeutische optie kan krijgen

146
Q

klinisch relevantste outcome-parameter bij studie in de oncologie (de gouden standaard)

A

?? OS

147
Q

Bcl2 is nodig voor diagnose, maar niet voldoende voor de ontwikkelign van een folliculair lymfoom

A

jep

dus niet diagnostisch

148
Q

alfa thalassemie gekenmerkt door chronische hemolyse en door ijzeropstapeling

A

jep

149
Q

sikkelcelanemie kort (enkele dagen tot weken) na geboorte al pijn

A

FOUT

vanaf 6m (dan verdwijnt HbF)

150
Q

meest chemogevoelig

A

kiemceltumor

151
Q

Translocatie 14/18 is noodzakelijk maar niet voldoende: er moeten nog andere afwijkingen plaatsvinden.

A

klopt

152
Q

Wat is meer typisch voor neoplastisch proces dan voor reactief proces

a. verdwijnen van polarisatie
b. langerhanscellen in paracortex: nl
c. Hoog Endotheliale venulen in paracortex: ook bij PH
d. puinmacrofagen in germinaal centrum

A

A

153
Q

Wie heeft meeste kans om trombose te doen?

A

Vrouw 60 jaar met polycythemia vera

154
Q

Wat past NIET bij elkaar?

A

cytotoxische T-lymfocyt en Hodgkin
(Hodgkin is bij B-lymfocyt) (Tc is bij anaplastisch)

Reed Sternberg cellen en non-Hodgkin
(HL)

155
Q

Vrouw van 31 jaar die drinkt en rookt en drinkt, presenteert met een thrombocytopenie van 12, geen symptomen (moest je afleiden uit de casus). WBC zijn licht gestegen), MCV is licht gestegen, LDH is gestegen. Wat doe je?

A

Thrombocyten op citraat en heparine

pseudothrombopenie

156
Q

ALCL = welke soort lymfoom

A

T-cel lymfoom

157
Q

Welke associatie is niet correct ivm translocaties bij lymfomen?

a. lichte keten immuunglobuline/BCL2 en folliculair lymfoom
b. zware keten immuunglobuline/ALK en ALK + ALCL (zeker)
c. zware keten immuunglobuline/c-Myc en Burkitt
d. zware keten immuunglobuline/cycline D1 en mantelcellymfoom

A

B

158
Q

Man, 65j, vermoeidheid en recurrente luchtweginfecties waarvoor AB de afgelopen maanden.

splenomegalie
anemie 
trombocytopenie
ernstige neutropenie met 31% blasten
gestegen LDH
A

acute leukemie

159
Q

microcytaire anemie
hevige maandstonden

RETICULOCYTOSE

A

Thalassemie trait

160
Q

Epstein Barr virus is NIET geassocieerd met:

A

B-LBL

161
Q

CLL binet A

A

OPVOLGEN

dus nog GEEN behandeling

162
Q

Behandeling met antilichaam tegen CD20 is nuttig tegen T-cel lymfomen

A

fout

-> B cel lymfomen

163
Q

Translocatie met chromosoom 14 wordt dikwijls gezien bij T-cel lymfomen

A

fout

-> B cel lymfomen

164
Q

sarcoidose

A

niet necrotiserende granulom lymfadenitis

165
Q

CD30+ gaat altijd gepaard met maligniteit

A

FOUT

bv gepaard met EBV

166
Q

diffuse hypogammaglobulinemie en hypergammaglobulinemie piek

A

MM

167
Q

leuko-erythroblastaire formule, normocytair:

A

primaire myelofibrose en acute leukemie

168
Q

Wat is meest gerelateerd aan celdood?

A

dubbelstrengsbreuk DNA

169
Q

neo-adjuvante chemo is een onderdeel van

A

curatieve chemo

170
Q

MRZ negatief op cytologie, maar positief op immuno of PCR

A

= MRZ (<5%)

CYTOLOGIE

171
Q

FAP: alle kinderen van een drager/draagster worden vanaf geboorte gescreend op APC mutatie want ze kunnen al in hun eerste levensjaar poliepen ontwikkelen

A

FOUT

vanaf 10-12j

172
Q

Welk staal stuur je op voor cytogenetica en FISH bij acute leukemie?

A

beenmerg op lithiumheparine

173
Q

laattijdige nevenwerking RT borst

A

fibrose borst

174
Q

acute nevenwerking RT borst

A

erytheem huid

175
Q

Wat is niet direct of indirect gelinkt met lymfomen?

A

Bartonella Henselae

wel:
Malaria
HIV
H. Pylori

176
Q

Hallmark cel in ALK+ ALCL

A

geassocieerd

donut

177
Q

polycythemie, trombocytose en leukocytose; welk onderzoek doe je?

A

DD: primaire myelofibrose, PV, CML

Mutatie Jak2 opsporen

178
Q

Wat past niet bij de term ‘palliatieve behandeling’ in de oncologie?

A

adjuvante chemo bij vastweefsel maligniteit

179
Q

Welke van volgende aandoeningen reageren NIET op chemo?

A
indolent lymfoom
(reageren er wel op maar geen genezing)

‘valt niet te genezen met chemo alleen’

180
Q

Vrouwen met een weinig gediff (sereus?) ovariumca hebben 20% kans om positief te testen op BRCA mutatie

A

ok

181
Q

Vrouwen met een BRCA1 mutatie hebben 100% kans op borstkanker.

A

fout 60-80%

182
Q

Mannen met een BRCA1 mutatie hebben geen verhoogd risico op borstkanker.

A

fout

183
Q

Vrouwen met een BRCA1 mutatie hebben een verhoogd risico op borstkanker, ovariumkanker en ook op pancreaskanker!

A

klopt

184
Q

ongevoelig aan chemotherapie?

A

chondrosarcoom

185
Q

Uitleg die een Burkittlymfoom beschrijft + foto van een starry sky (stond er zelfs bij, ‘dit sterrenhemelbeeld’). Waarmee is géén associatie aangetoond?

A

mycobacterium tuberculosis

wel:
- plasmodium falciparum
- HIV-virus
- epstein-barr virus

186
Q

plasmodium falciparum

A

malaria

187
Q

EBV ~

  • angio immunobl T-cel lymfoom
  • NK T cel lymfoom
A

ok

188
Q

H. Pylori werd gevonden? Associatie met

A
  • MALT-lymfoom
189
Q

Wat is geen blijvende late nevenwerking van chemotherapie?

A

haarverlies