Voorzetzels 3e Naamval Flashcards
1
Q
Uit
A
Aus
2
Q
Bij
A
Bei
3
Q
Met
A
Mit
4
Q
Naar
A
Nach
5
Q
Sinds
A
Seit
6
Q
Van
A
Von
7
Q
Naar
A
Zu
8
Q
Behalve
A
Außer
9
Q
Tegemoet
A
Entgegen
10
Q
Tegenover
A
Gegenüber