Voorzetsels 3e En 4e Flashcards
1
Q
An
A
Aan, tegen… aan
2
Q
Auf
A
Op
3
Q
Hinter
A
Achter
4
Q
Neben
A
Naast
5
Q
In
A
In, naar
6
Q
Über
A
Over, via
7
Q
Unter
A
Onder
8
Q
Vor
A
Voor, geleden
9
Q
Zwischen
A
Tussen