voorrang en voor laten gaan Flashcards
kruispunt
kruising of splitsing van wegen. Op een kruispunt is het mogelijk van richting te veranderen. Je kunt links of rechts afslaan. Er zijn verschillende vormen
- normaal +
-T-splitsing
-Y-splitsing
bajonetkruispunt scheve + bovenkant iets naar rechts.
kruisende weg
dit is de weg die de weg waar jij je op bevindt kruist. Dit hoeft niet altijd in een hoek van 90 graden te zijn. Het kan ook een weg zijn die schuiner aansluit op de weg waar jij je op bevindt, zoals bij een Y-splitsing
dezelfde weg
dit is de weg waar jij je op bevindt. Verkeer dat zich op dezelfde weg bevindt nadert jou van achteren of van voren. Het maakt niet uit of dit voetgangers op de stoep zijn of in de berm. Rijdt je op een rotonde dan is al het verkeer dat ook deze rotonde volgt op dezelfde weg
voorrang verlenen
het de betrokken bestuurders in stat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen. Dit beteknt dus dat de bestuurder die voorrang heeft, ook het idee moet hebben dat hij voorrang krijgt.
voorrang op gelijkwaardige wegen
bestuurders van rechts krijgen voorrang. Twee uitzonderingen
- tram (tenzij die haaientanden heeft of zo)
- bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan verharde weg links en rechts
bij een pas op voorrangsbord en stop bord
beide geven aan dat je een voorrangsweg nadert maar bij stop moet je echt stoppen. het ene bord wordt gecombineerd met haaientanden en het bord B7 met een stopstreep.
Geldt niet voor voetgangers!
dode hoek
het gebied naast en schuinachter het voertuig dat je niet via de spiegels kunt overzien. Dit gebied is alleen en soms maar deels te overzien door je hoofd te draaien en goed naast en schuin achter je te kijken. Bij grotere voertuigen zijn de dode hoeken groter en komen hier meer dode hoeken bij, zoals recht achter en vlak voor het voertuig.
3 hoekige scherpe punt vanaf spiegel schuin naar achteren is dode hoek.
gedrag bij afslaan
goed in dode hoek kijken!
- rechtdoorgaandverkeer dat jou tegenmoet komt ook voetgangers gaan voor.
- rechtdoorgaand verkeer naast of vlak achter je gaat ook voor
- willen tegenmoetkomende bestuurders dezelfde weg inrijden dan gaat rechts afslaan voor links afslaan, korte bocht gaat voor lange bocht.
- een afslaande tram gaat voor op al het verkeer
afbuigende voorrangswegen
dezelfde regels bij afslaan, het wordt wel verwacht dat je richting aangeeft in de bocht bij de afslaande weg zodat ze weten dat jij de weg volgt.
een dikke streep geeft de afbuigende vorrangsweg aan en de dunne streepjes zijwegen. Als je de voorrangsweg blijft volgen sla je dus eigenlijk linksaf. Bestuurders van rechts en uit tegengestelde richting moeten dan voorrang verlenen aan jou.
kwetsbare verkeersdeelnemers
voetgangers, blinden slechtzienden en mensen die moeilijk voortbewegen.
voetgangersoversteekplaats
zebrapad, voetgangers en gehandicaptenvoertuig gaan voor tenzij er verkeerslichten staan. laat op tijd gas los en rem vast lichtjes dan weet verkeer achter je dat het kan zijn dat je gaat stoppen.
Blinden of slechtzienden of mensen met rollator of stok moet je overal voor laten gaan als ze willen oversteken. Een rolstoel niet!!!
bij in en uitritconstructies bijv verlaagd troittoir bv bij erf al het verkeer gaat voor
bij in en uitrijden, als het smal is gaat uitrijdend verkeer voor inrijdend verkeer.