H3 weggebruikers Flashcards
weggebruikers/verkeer/verkeersdeelnemers
alle personen die gebruik maken van de weg. Voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleidersvan rij of trekdieren of vee en bestuurders van een bspannen of onbespannen wagen.
voertuigen
fietsen bromfietsen gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens
voetgangers
zijn in de eerste plaats personen te voet, ook als je iets meevoert aan de hand of je voortbeweegt met een voorwerp dat niet onder voertuig valt.
bestuurders, personen die iets besturen of leiden van vee of paard (met hond ben je een voetganger), rijinstructeur.
alle weggebruikers behalve voetgangers.
voetgangers + bestuurders = weggebruikers
gehandicaptenvoertuig
niet breder dan 1,10 en niet is uitgerust met een motor of wel max 45 en geen bromfiets. Op rijbaan of fietsstrook dan regels bestuurder op voetpad dan regels voetganger.
bromfiets
een gemotoriseerd voertuig op twee drie of vier wielen die niet harder kan/mag dan 45 km/u. Onder bromfietsen vallen ook de brommobiel snorfiets en speed-pedelec
brommobiel
een bromfiets op meer dan 2 wielen, die voorzien is van een carrosserie. Een brommobiel is geen gehandicaptenvoertuig en weegt max 350 kg
snorfiets
bromfiets die volgens het kentekenregister gemaakt is voor een maximum snelheid van 25km/uur dit zijn geen fietsen met trapondersteuning
speed-pedelec
elektrische fiets met trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht aanhoudt als het voertuig harder rijdt dan 25 km/uur. dit is wat anders als een normale electrische fiets/fiets met trapondersteuning want die stopt bij 25 km/uur. Omdat een speedpedelec oder de bromfietsen valt mag de bestuurder 45km/uur max op de rijbaan op fietspad 40 en binnen bebouwde kom 30
motorvoertuigen
alle gemotoriseerde voertuigen behalve:
bromfietsen (brommobielen, snorfietsen en speedpedelecs), fietsen met trapondersteuning, gehandicaptenvoertuigen, trams, metro’s en treinen.
Let op bromfietsen en gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen vallen wel onder de motorRIJtuigen.
een brommobiel valt niet onder motorvoertuigen maar als de bestuurder op de openbare weg rijdt rijdt gelden wel de regels voor een motorvoertuig
een snorfiets volgt de regels van fietsen en een speedpedelec die van bromfietsen. Vallen allemaal in de categorie bromfietsen.
bestuurders van wagens
bespannen wagens zijn met 1 of meer paarden ervoor, onbespannen wagens zijn handkarren. Buiten deze 2 voertuigen vallen ook voetgangers die een colonne of optocht vormen een wagen, bijvoorbeeld uitvaart.
rijbaan
elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden. Fietsstroken horen wel bij de rijbaan!
Als rijbanen gescheiden zijn door een brede middenberm maak je normaal gesproken gebruik van de rechterrijbaan,. Je moet deze rijbaan zien als 1 richtingswegen.
rijstrook
door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan. Deze moet wel zo breed zijn dat er een personenauto overheen kan rijden. Dat betekent dat een fietsstrook geen aparte rijstrook is.
De invoeg en uitrij en weefststrook horen niet bij de doorgaande rijbaan.
De spitstrook als er een groene pijl staat is die open.
basisregel bestuurders
iedereen zoveel mogelijk rechts, in een vloeiende lijn niet tussen geparkeerde auto’s doo, een een portierruimte breedte overhouden voor als de deur ineens opengaat. Op een weg met rijstroken rijdt je in het midden van de rijstrook.
Op een rotonde en in een file hoef je niet zoveel mogelijk rechts te houden, is eigen inzicht.
plaats op de weg voor voetgangers
troittoir of voetpad, anders fiets/bromfietspad, anders de berm of uiterste zijde van de rijbaan. voetgangers die zich voortbewegen met voorwerpen mogen zelf kiezen waar fietspad of voetpad en anders als dit ontbreekt rijbaan
fietsstrook
door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de weg waarop de afbeelding van een fiets is aangebracht. Als er geen fiets is aangebracht dan is het een suggestie (fiets)strook, waardoor de strook geen wettelijke betekenis heeft.
fietsstroken met onderbroken strepen mogen gebruikt worden door andere bestuurders dan fietsers en snorfietsers om voor te sorteren of uit te wijken. Hierbij mogen fietsers en snorfietsers niet gehinderd worden. Stilstaan mag niet om iemand uit te laten stappen.
Fietsstroken met een doorgetrokken streep mogen alleen gebruikt worden door fietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen.