veilig rijden met het voertuig en reageren in noodsituaties Flashcards

1
Q

communicatie in het verkeer

A

onnodig geluid en handgebaren mogen niet.
alleen om vriedelij te communiceren.
claxon is verplicht maar alleen bij gevaar! Ook alarmverlichting mag alleen gebruikt worden bij nood dus niet om te laden en te lossen wel bij het naderen van een file om achteropkomend verkeer te waarschuwen.
richtingaanwijzers verkeerd gebruiken of niet is strafbaar dus moeten het doen!
knippersignaal met groot licht om dreigend gevaar af te wenden bijv tegenmoetkomende bestuurder met groot licht aan, niet om te waarschuwen voor een controle of omdat je er langs wilt.
Onnodig gebruik rempedaal is slecht maar gebruik het bvom achteropliggend verkeer te waarschuewen mag. niet bij een bumperklever maak dan je eigen volgafstand wat groter is veiliger dan hoef ji jin ieder geval niet abrupt te remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevarendriehoek

A

niet verplicht in auto maar je bent wel verplicht het neer te zetten als je auto een obstakel vormt of gevaar oplevert tijdens pech of een ongeval tenzij je waarschuwingslichten aan hebt staan. mag tegelijk. stilstaan vlak na bocht of heuvel gevarendriehoek moet. 30 m in de richting van het verkeer waarvoor het gevaar oplevert. Dit geldt voor motorvoertuigen op 2 wielen en aanhangwagens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dag

A

de periode tussen zonsopkomst en zonsondergang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nacht

A

de periode tussen zonsondergang en zonsopkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het voeren van dimlicht, schijnt naaar wegdek is altijd toegestaan

A

overdag bij slecht zicht en s nachts is dimlicht verplicht, ook bij tunnel ruim van te voeren aanzetten.
dit geldt voor bestuurders van motorvoertuigen bromfietsers snorfiesenrs en bestuurders van gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

groot licht

A

mag ipv dimlicht behalve; overdag, tegenmoetkomend verkeer of het op korte afstand volgen van een ander voertuig. felle lampen recht vooruit en ver dus verblindend
. Binnenspiegel automatisch dimmend of in dimstand klappen. Soms dimmen buitenspiegels mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mistlicht aan de voorzijde, niet bij alle auto’s maar kort zicht omdat het naar beneden is gericht. ze sitten laag en schijnen ondermistbanken door.

A

alleen als het zicht ernstig belemmerd wordt door mist sneeuwval of regen. Naast mistlicht wordt er dan of dimlicht of stadslicht gevoerd. bij zeer dichte mist kan zelfs dimlicht verblindend werken en daarom is dimlicht niet verplicht bij mistlicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mistlicht aan de voorzijde, niet bij alle auto’s maar kort zicht omdat het naar beneden is gericht. ze sitten laag en schijnen ondermistbanken door.
Mistachterlichten zijn fel en mogen daarom alleen gebruikt worden bij een zicht minder dan 50 meter. (reflectorpaaltjes afstand) alleen tijdens mist en sneeuw. er is een verklikkerlampje in het dashbord.

A

alleen als het zicht ernstig belemmerd wordt door mist sneeuwval of regen. Naast mistlicht wordt er dan of dimlicht of stadslicht (wordt verder zo goed als niet gebruikt zijn meestal dezelfde lampjes als van parkeerlicht)gevoerd. bij zeer dichte mist kan zelfs dimlicht verblindend werken en daarom is dimlicht niet verplicht bij mistlicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

achterlicht

A

normale rode lampen aan de achterkant van personen auto moet aan zijn bij voorverlichting, ook kentekenverlichting aan de achterkant moet dan aan zijn..
Achteruitrijlichten 1 of 2 wit of geel.
3 felle remlichten
andere verlichting is niet zomaar toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verlichting op aanhangwagen

A

overdfag tijdens slecht zicht en s nachts, achterlicht kentekenplkaat en witte stadslichten voor bij aanhangwagens breder dan 1,60 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gebruik van verlichting tijdens stilstaan

A

overdag bij slecht zicht en s nachts voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen en aanhangwagens die buiten de bebouwde kom op de rijbaan stilstaan op parkeerstroken, havens vluchtstroken en havens direct langs autowegen en autosnelwegen.
Het voeren van stadslicht in combinatie met achterlicht is dan verplicht. veel auto’s hebben daarvoor een P licht die je ook aan 1 kant kunt aanzetten.
Bij smallere aanhangwagens zijn witte retroreflectoren ipv stadslicht voldoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

veilig vrvoeren van passagiers

A

moet op een daarvoor bestemde zitplaats, behalve in lijnbus, in rolstoel die vastgezet wordt onder de 3 in autobus ambulances of ligplaatsen, optochten bij evenementen, kk ouder dan 8 op de bagagedrager achter op een fiets. jonger dan 8 allleen met voldoende steun voor rug handen en voeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

autogordels

kk jonger dan 18 en kleiner dan 1,35 moeten op een kinderbeveiigingssysteemzitten bijv een zit verhoger.

A

verplicht voor, personenauto’s bedrijfsauto’s driewielige motorvoertuigen met gesloten carosserie brommmobielen. meestal driepunts gordel, zwanger dan ook! maar niet over buik!
KK boven de 12 zijn zelf verantwoordelijk voor hun gordelplicht daaronder de bestuurder. doe dikke kleding uit voor een goede aansluiting en strek strak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoofdsteun

A

voorkomt hoofd en nekletsel; bovenkant gelijk met bovenkant hoofd, afstand achterkant hoofd en hoofdsteun zo klein mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

carosserie

A

de stalen constructie die de personenauto zijn stevigheid geeft het geraamte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kinderbeveiligingssysteem; is verplicht tenzij
-taxi’s en lijnbussen maar niet de voorste stoelen, kind ouder dan 3 mag als er al 2 zitjes bezet zijn met gordel, kinderfeestje of incidenteel vervoer ouder dan 3 met alleen autogordel maar alleen op de achterbank!

A

jonger dan 18-1,35m.
aangepast aan lengte en gewicht kind
*baby groep 0+ 0-13 kg (18mnd), met autogordel of iso fix tegen de rijrichting in. uitschakelen airbag verplicht
*kinderautostoel groep 1 9-18kg met gordel of vanglichaam erin met de rijrichting mee. vanaf ongeveer een jaar bruikbaar
*zitverhoger met of zonder rugleuning met 3 puntsgoredel vast, met is beter.
zo laat mogelijk overstappen naar volgende groep want minder bescherming.
tweedehands alleen als jen a kunt gaan of er geen ongeluk mee is gebeurd bescherming daalt daardoor.

17
Q

helmplicht

A

bromfiets motorfiets brommobiel zonder gesloten carrosserie, trike quads.

18
Q

gebruik mobiele telecommunicatieapperatuur; gsm navigatie instellen gebruik van muziek drager etc.

A

vasthouden!!! verboden bij het besturen van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig of tram.
Afleiding je waarnemingsvermogen reactievermogen controle en inschattingsvermogen daalt.

19
Q

handelen bij pech en ongevallen

A

handig maar niet verplicht;brandblusser bij kleine beginnende brandjes, verbandtrommel EHBO cursus, gevarendriehoek, fluoriscerend veiligheidshesje, 1 of meerdere veiligheidshamers, (hoekje van raam tegen glas slaan (binnenzijde vh dak boven de voorste 2 portieren voor als je op de kop hangt)
-Europeesschade formulier denk aan handtekeningen

20
Q

gebruik vluchtstrook

A

bij pech maar probeer door te rijden zo niet zoveel mogelijk rechts of in berm bel hulpdiensten blijf niet in voertuig zitten! maar achter de vangrail.

21
Q

regels bij te water gerakenb

A

doe de vrlichting aan en laat de sleutel in het contact, maak de gordel los of snij los met mes beveiligingshamer, open of verbrijzel de ruit, portier gaat pas open als auto helemaal onder water is neem een grote hap lucht en duw het open, zwem eerst met het gezicht naar de auto toe weg van de auto dan na gepaste afstand omdraaien en hup naar de kant.

22
Q

hulpdiensten

A

mogelijke gewonden 112 ook als het niet veel lijkt kan door adrenaline minder erg lijken. noem bij het bellen de plaats waar je bent en de hulpdienst die nodig is. straatnaam hectometerbordje of andere locatieaanduiding, rijstroken tel je vanaf de middenberm
wel politie geen spoed dan 09008844, dierenpolitie 144

23
Q

eerste hulp verlenen

A

verplaats slachtoffers niet alleen bij dringende noodzaak. verwijder ook geen helm tenzij noodzakelijk, praten en hoofdvasthouden tegen bewegen, is er adem anders reanimeren bbedreiging luchtwegen dan stabiele zijligging.

24
Q

eenzijdig ongeval

A

met eigendom of dier verplicht melden.

25
Q

gevaarluijke stoffen

A

oranje bordje vrachtauto met 2 zwarte vakjes bovenste is gevaaridentificatienr GEVI (kemmlergetal) onderste is stofidentificatienr STID
1203 benzine
12o2 diesel

26
Q

slepen van voertuigen

A

max 5 m geen personen in gesleepte voertuig behalve bestuurder en passagier die niet meer in het voorste voertuig passen. rijbewijs nodig en regels voor aanhangwagen.
-korte afstand tot sleper dus weinig ruimte om te remmen rustig aan dus, houdt kabel op spanning, hou voertuig op contact ivm stuurslot, waarschuwingslichten bij voorkeur van gesleepte voertuig aan

27
Q

rijden in tunnels

A

verplicht dimlicht gebruik liever niet automatische verlichting. handmatig. niet inhalen op andere weghelft.
bij pech probeer uit de tunnel te komen.
ben je gevaar waarschuwingslichten. uiterst rechts stilstaan. 50 m voorbij voertuig passagiers. loop zelf richting dichtsbijzijnde hulppost bellen met eigen gsm niet altijd mogelijk in tunnel.

28
Q

ongeval

A

denk altijd eerst aan je eigen veiligheid, informeer de hulpdiensten, verleen hulp, bij rook iedereen naar buiten. je kunt het beste met het verkeer meelopen.