vocabulary unit 3: our world Flashcards
part 2: the environment
to claim lives
levens opeisen
to pull from the rubble
uit het puin trekken
to block off/to unblock roads
de weg afzetten/ deblokkeren
to be obliterated by the earthquake
worden weggevaagd door de aardbeving
to warn off possible landslides
waarschuwen voor mogelijke aardverschuivingen
to stand at 1,230
staan op 1,230
to hamper rescue efforts
om reddingspogingen te belemmeren
to search the debris
het puin doorzoeken
to ferry the dead
de doden overzetten
the death toll
het dodenaantal
the epicentre of the quake
het epicentrum van de aardbeving
to struggle to reach
worstelen om te reiken
to hamper rescue efforts
hinderen van reddingspogingen
amid the rubble
tussen het puin
to ferry the injured
het vervoeren van de gewonden
a magnitude 7.5 earthquake
een aardbeving met een kracht van 7.5
the worst affected areas
de zwaarst getroffen gebieden
the devastation of
de verwoesting van
to cause a tsunami
een tsunami veroorzaken
air pollution
luchtverontreiniging
visual pollution
horizonvervuiling
thermal pollution
thermische vervuiling
noise pollution
geluidsoverlast
residual waste
restafval
organic waste
organisch afval
hazardous waste
gevaarlijke afvalstoffen
paper and card
papier en karton
plastic bottles, metal and card containers
PMD
wall paper, light bulb, disposable nappies
residual waste
syringe
spuit (hazardous waste)
spray can, bottle shampoo, aluminium plate, plastic bag, carton of milk,..
PMD
apple, potato peelings
organic waste
coffee machine, light bulb, magazines
recycling point
plastic toy (not broken), bucket
charity shop/thrift shop
painkillers, ear drops
chemist’s(apotheek)
cause/contribute to climate change
klimaatverandering veroorzaken/bijdragen
produce pollution
vervuiling produceren
damage/destroy the environment
het milieu beschadigen/vernielen
degrade ecosystems
ecosystemen aantasten
harm the environment
het milieu schaden
threaten natural habitats/a species with extiction
natuurlijke habitats/een soort bedreigen met uitroeiing
deplete natural resources
natuurlijke hulpbronnen uitputten
pollute rivers and lakes
rivieren en meren vervuilen
contaminate groundwater
grondwater verontreinigen
log forests
boomstammen
address/combat/tackle the threat
de dreiging aanpakken/bestrijden/aanpakken
fight/take action on/reduce/stop global warming
de opwarming van de aarde bestrijden/actie ondernemen/terugdringen/stoppen
limit/curb/control air/water/atmospheric
limiet/urb/controle lucht/water/atmosferisch
cut/reduce pollution
vervuiling verminderen
offset carbon
koolstof compenseren
reduce your carbon footprint
je koolstofvoetafdruk verminderen
achieve/promote sustainable development
duurzame ontwikkeling bereiken/bevorderen
preserve/conserve biodiversity
biodiversiteit behouden/conserveren
protect endangered species
bedreigde diersoorten beschermen
prevent/stip soil erosion
bodemerosie voorkomen/stoppen
raise awareness of environmental issues
bewustmaking van milieukwesties
save the planet
red de planeet
conserve/save/consume/waste energy
energie besparen/consumeren/verspillen
manage/exploit/be rich in natural resources
natuurlijke hulpbronnen beheren/exploiteren/rijk zijn
dump/dispose of hazardous waste
storten/verwijderen van gevaarlijk afval
dispose of/throw away litter/rubbish/garbage
afval opruimen/weggooien
use/be made from recycled/biodegradable material
gebruik/maak van gerecycled/biologisch afbreekbaar materiaal
recycle bottles
flessen recycleren
promote/encourage recycling
recycling bevorderen/aanmoedigen
develop/invest in/promote renewable energy
ontwikkelen/investeren in/bevorderen van hernieuwbare energie
reduce your dependence on fossil fuels
verminder je afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
get/obtain/generate/produce electricity from wind
elektriciteit uit wind krijgen/krijgen/opwekken/produceren
build/develop a wind farm
een windmolenpark bouwen/ontwikkelen
install/be fitted with/be powered by solar panels
zonnepanelen installeren/bevatten/van stroom worden voorzien
animals mate/breed/reproduce/feed
dieren paren/fokken/voortbrengen/voeden
fish/amphibians swim/spawn
vissen/amfibieën zwemmen/paren
birds fly/migrate/nest/sing
vogels vliegen/migreren/nesten/zondigen
insects/bees/locusts swarm
insecten/bijen/sprinkhanen zwermen
bees collect/gather nectar/pollen
bijen verzamelen nectar/stuifmeel
spiders spin/weave a web
spinnen spinnen een web
snakes/lizards shed their skins
slangen/hagedissen vervellen
bears/hedgehogs/frogs hibernate
beren/heggen/kikkers houden winterslaap
insect larvae grow/develop/pupate
insectenlarven groeien/ontwikkelen/pupuleren
an egg hatches
een ei komt uit
attract/find/choose a mate
een partner aantrekken/vinden/kiezen
produce/release eggs
eieren produceren/uitzetten
lay/fertilize/incubate/hatch eggs
eieren leggen/vruchtbaar maken/incuberen/uitbroeden
inhabit a forest
een bos bewonen
mark/enter/defend territory
territorium markeren/verdedigen
stalk/hunt/capture/catch/kill prey
prooi besluipen/opjagen/vangen/doden
trees/plants grow/bloom/blossom/flower
bomen/planten groeien/bloeien/bloeien
a seed germinates/sprouts
een zaadje ontkiemt/spruit uit
leaves appear/develop/form
bladeren verschijnen/ontwikkelen/vormen
flower buds swell/open
bloemknoppen zwellen open
a fungus grows/spreads/colonizes something
een schimmel groeit/verspreidt/koloniseert iets
pollinate/fertilize a flower
een bloem bestuiven/bemesten
produce/release/spread/disperse spores
sporen produceren/verspreiden/verspreiden
produce/bear fruit
vruchten dragen
develop/grow/form roots
ontwikkelen/groeien/wortels vormen
provide/supply/absorb/extract/release nutrients
voedingsstoffen leveren/leveren/absorberen/extraheren/afgeven
perform/increase/reduce photosynthesis
fotosynthese uitvoeren/verhogen/verminderen
bacteria grow/spread/multiply
bacteriën groeien/verspreiden/vermenigvuldigen
bacteria live/thrive on something
bacteriën leven/dijen ergens op
bacteria evolve/colonize something/cause disease
bacteriën evolueren/koloniseren iets/veroorzaken ziekte
bacteria break something down/convert something
bacteriën breken iets af/converteren iets
a virus enters/invades something
een virus dringt iets binnen
a virus mutates/evolves/replicates
een virus muteert/evolueert/repliceert
be infected with/contaminated with/exposed to a new strain
geïnfecteerd zijn met/besmet zijn met/blootgesteld zijn aan een nieuwe stam
contain/carry/harbour bacteria
bacteriën bevatten/dragen/bergen
kill/destroy/eliminate harmful
schadelijk doden/vernietigen/elimineren
rubbish (BriEng)
things you throw away you don’t longer need
garbage/trash (AmEng)
inside hom: means waste food and other wet material
trash: paper, card and dry material
dustbin
put in rubbish and collected by the dustmen
trashcan
put garbage and trash in it and collected by garbage collectors
refuse
refuse collector is formal word for dustman or garbage collector
be bathed in/bask in/be blessed with/enjoy bright sunshine
baden in/braken in/gezegend zijn met/genieten van felle zon
the sun shines/warms something/beats down
de zon schijnt/verwarmt iets/ slaat neer
the sunshine breaks/streams through something
de zonneschijn breekt/stroomt ergens doorheen
fluffy clouds drift across the sky
pluizige wolken drijven langs de hemel
a gentle/stiff sea breeze blows in/comes in of the sea
een zachte/stevige zeebries waait in/komt uit zee
the snow crunches beneath/under somebody’s feet/boots
de sneeuw knispert onder iemands voeten/laarzen
dark clouds form/gather/roll in/cover the sky/block out the sun
donkere wolken vormen zich/pakken zich samen/rollen naar binnen/bedekken de hemel/blokkeren de zon
the sky darkens/turns black
de lucht wordt donkerder/wordt zwart
a fine mist hangs in the air
een fijne mist hangt in de lucht
a dense fog rolls in
een dichte mist rolt op
the rain falls/comes down/pours down
de regen valt/komt naar beneden/giet naar beneden
snow falls/comes down/covers something
sneeuw valt/valt naar beneden/bedekt iets
the wind blows/whistles/howls/picks up/whips through something/sweeps across something
de wind blaast/fluit/hoest/haalt/zweept ergens doorheen/veegt ergens overheen
strong/gale-force winds blow/gust
harde wind waait/stormt
a storm is approaching/is moving inland/hits/strikes/rages
een storm nadert/verplaatst zich landinwaarts/stormt/slaat toe/woedt
thunder rolls/rumbles/sounds
donder rolt/bromt/klinkt
lightning strikes/hits/flashes
blikseminslagen/inslagen/flitsen
a blizzard hits/strikes/blows/rages
een sneeuwstorm slaat toe/stormt/woedt
a tornado touches down/hits/strikes/destroy something/rips through something
een tornado strijkt neer/ treft/ vernietigt iets/ raast ergens doorheen
forecast/expect/predict rain
regen voorspellen/verwachten/voorspellen
get caught in/seek shelter from/escape the rain
verstrikt raken in/schuilen voor/ontkomen aan de regen
be covered/shrouded in mist
in mist gehuld zijn
be in for/brave/shelter from a storm
binnen zijn voor/overeind blijven/schuilen voor een storm
hear rolling thunder
hoor rollende donder
be battered/buffeted by strong winds
gehavend/bufferd worden door harde wind
be blowing a gale
het waait stormachtig
battle against/brave the elements
strijden tegen/overwinnen van de elementen
the sun breaks through the clouds
de zon breekt door de wolken
the sky clears/brightens/lightens
de lucht klaart op/heldert/licht op
the clouds part/clear
de wolken deel/helder
the rain stops/lets up/holds off
de regen stopt/laat los/houdt op
the wind dies down
de wind gaat liggen
the storm passes
de storm gaat liggen
the mist lifts/clears
de mist trekt op
wet
covered with or full of liquid, especially water
moist (synonym wet)
slightly wet, often in a way that is pleasant or useful
damp (synonym wet)
slightly wet, often in a way that is unpleasant
soaked (synonym wet)
more informal very wet
drenched (synonym wet)
very wet
saturated (synonym wet)
very wet
