vocabulary unit 2: around the house Flashcards
collocations & synonym
refurbish/renovate/do up a building
renoveren van een gebouw
convert a building
een gebouw verbouwen
extend/enlarge a house
een gebouw vergroten
build an extension/an addition
een aanbouw bouwen
knock down/demolish a house
een huis afbreken
knock out/through a wall
een muur uitslaan/uitbreken
furnish/paint/decorate a home
een huis inrichten/schilderen & decoreren
be decorated in bright colours
versierd zijn in heldere kleuren.
paint/plaster the walls
de muren schilderen en bepleisteren
hang/put up/ strip off/remove the wallpaper
het behang behangen/verwijderen
install/replace/remove the bathroom fixtures
sanitair installeren/vervangen/verwijderen
build/put up shelves
schappen bouwen
lay wooden flooring
houten vloer leggen
put up/hang/take down a picture
een foto plaatsen/ophangen/weghalen
do DIY
doe-het-zelf
make home improvements
verbeteringen in huis aanbrengen
add/install central heating
centrale verwarming toevoegen/installeren
fit/install double-glazing
dubbele beglazing plaatsen/installeren
insulate your house
isoleer je huis
fix/repair a roof
een dak herstellen/repareren
block/clog/unblock/unclog a pipe
een pijp blokkeren/verstoppen/ onblokkeren/ontstoppen
make/drill/fill a hole
een gat maken/boren/opvullen
hammer/pull out/remove a nail
een spijker hameren/uittrekken/verwijderen
tighten/untighten/loosen/remove a screw
een schroef aandraaien/losmaken/verwijderen
saw/cut/treat/stain/varnish/paint wood
gezaagd/gesneden/behandeld/verven/vernissen/schilderen hout
live in a rented property
wonen in een huurwoning
rent/share/move into a furnished house
het huren/delen/verhuizen in een bemeubeld huis
rent a studio
een studio huren
find/get a housmate
het vinden/zoeken van een huisgenoot
sign/break the lease
het huurcontract ondertekenen/opzeggen
extend/renew/terminate the lease
de huurovereenkomst verlengen/opzeggen
afford/pay the rent
de huur betalen/kunnen veroorloven
fall behind with the rent
huurachterstand
pay/lose/return a damage
een schade betalen/verliezen/terugsturen
give/receive a month’s
geef/ontvang maandelijks
have a flat/an apartment/a room to let
een flat/appartement/een kamer te verhuren hebben
rent/lease/let/sublet a flat
een flat verhuren/huren/onderverhuren
collect/increase/raise the rent
de huur innen/verhogen