vocabulary Flashcards
1
Q
wachten
A
wait
2
Q
meedoen
A
to participate
3
Q
voorstellen
A
to introduce
4
Q
achter
A
behind
5
Q
weer
A
again
6
Q
weggaan
A
to leave
7
Q
geslacht
A
gender
8
Q
zetten
A
to put
9
Q
bijna
A
nearly, almost
10
Q
net
A
just
11
Q
opschieten
A
to hurry
12
Q
tijd
A
time
13
Q
alweer
A
already
14
Q
duren
A
to last
15
Q
nemen
A
to take
16
Q
vieren
A
celebrate
17
Q
worden
A
to become
18
Q
bijzonder
A
special
19
Q
gerecht
A
meal
20
Q
meenemen
A
bring
21
Q
bijvoorbeeld
A
for example
22
Q
nooit
A
never
23
Q
snijden
A
to cut/slice
24
Q
verkoper
A
shop worker
25
aanbieden
to offer
26
halen
to get
27
arm
poor
28
eigen
its own
29
eindelijk
at last
30
delen
to share
31
kast
cupboard
32
tuin
garden
33
aantal
the number
34
algemeen
all
35
bedoen
to mean
36
helaas
Unfortunately
37
hoog
high
38
huren
rent
39
kreijgen
to receive
40
laag
low
41
leeftijd
age
42
misschien
maybe / perhaps
43
reageren
to respond
44
ruim
spacious
45
verhuizen
to move
46
verkeerd
wrong
47
kussen
pillow
48
bekijken
look at
49
onderweg
on the way
50
richting
direction
51
meegaan
go with/ accompany
52
snappen
to understand
53
trap
stairs
54
ver
far
55
weg
road
56
na
after
57
naast
next to
58
pad
isle
59
steeds
always
60
brug
bridge
61
door
through
62
drukken
press/push
63
scherm
screen
64
tijdens
during
65
vertrekken
to leave
66
voordeel
advantage
67
dezelfde
the same
68
donker
dark
69
ding
thing
70
krul
curl
71
raden
guess
72
steil
straight
73
uiterlijk
appearance
74
gat
hole
75
knoop
button
76
plazier
fun
77
ruilen
exchange
78
vervelend
annoying
79
baas
boss
80
opstaan
get up
81
reus
giant
82
bekend
familiar
83
bioscoop
cinema
84
daarna
afterwards
85
kroeg
cafe
86
rekening
bill
87
straks
later
88
voorstel
proposal
89
zielig
pathetic
90
geloven
believe
91
gewoon
simply, just
92
nog
another
93
ober
waiter
94
tegen
against / to
95
gelukkig
happy
96
geweldig
terrific / fantastic
97
lenen
borrow
98
lied
song
99
trouwen
get married
100
uitnodigen
to invite
101
volgens
according to
102
wedstrijd
match/game
103
bang
frightened
104
ministens
at least
105
sprookje
fairytale
106
varen
to sail
