vocabulaire Traject 4 (supplémentare) Flashcards
schaden aan
nuire à
de manier, wijze
la façon
in slaap vallen
s’endormir
de slaap
le sommeil
de hersenen, het brein
le cerveau
het (blauw) licht
la lumière bleue
de link, het verband
le lien
verwaarlozen
négliger
het geheugen
la mémoire
het leren
l’apprentissage (masc)
missen, iets niet halen
rater
verbeteren
améloirer
een aflevering
un épisode
het begrip
la compréhension
zich bewust worden van
se rendre compte de
de ondertitels
les sous-titres (masc)
gedubd
doublé
de ondersteuning
le soutien
de originele versie
la version originale
de moedertaal
la langue maternelle
hard werken
travailler dur
een beroemde persoon
la célébritée
en minnaar
un amant
een gebruiksvoorwerp
un unstensile
de wekker
le réveil
de sleutel
la clé
onzichtbaar
invisible
efficiënt
efficace
de handleiding
le mode d’emploi
een hoofdkussen
un oreiller
het beschermlaagje
le film de protection
de doos
la boîte
het lipje
la languette i
inschakelen
mettre en marche
kosten
des frais (masc)
lichtgevend
lumineux
de broodrooster
le grille-pain
controleren, nakijken
vérifier
doorzichting
transparent
de USB-stick
la clé USB
het gras afrijden
tondre la pelouse
een ecologische voetafdruk
une empreinte écologique
een touchscreen
en écran tactile
een verkeersopstopping, file
un bouchon = un embouteillage
een energiebron
la source d’énergie
een nadeel
un désavantage
een ongemak, nadeel
un incovénient
aanzetten
allumer
uitschakelen
éteindre