vocabulaire piste 4 deel 2 ned - fra Flashcards
het abonnement
l’abbonement
de halte
l’arrêt
het treinticket
le billet
het boekje (met metrokaartjes)
le carnet
het formulier
le formulaire
het loket
le guichet
de reisweg
l’itinéraire
de boodschap, de aankondiging
le message
het elektronisch bord
le panneau électronique
het perron
le quai
de vertraging
le retard
het ticket
le ticket
de rit
le trajet
het vervoer
le transport
de aansluiting
la correspondance
de paal
la borne
de richting
la direction
de (metro)lijn
la ligne (de métro)
de zitplaats
la place
het (metro)station
la station (de métro)
het gebruik
l’utilisation
het spoor
la voie
de wagon
la voiture
nabij
proche
bijkomend
supplémentaire
aankondigen
annoncer
zoeken
chercher
uitstappen
descendre (de)
duren
durer
roken
fumer
tonen, voorleggen
présenter
verlaten
quitter
bedanken (voor)
remercier (de/pour)
zich aboneren
s’abonner (à)
zich vergissen van
se tromper (de)
met bestemming
à destination de
in plaats van
au lieu de
naar, (in de) richting (van)
en direction de
het station binnenrijden
entrer en gare
in de rij staan
faire la queue
onbewaakt
sans surveillance
zolang
tant que