vocabulaire Flashcards
de verkeersregels
le code de la route
de verkeerslichten
les feux
het parkeren
le stationnement
de snelheidsbeperking
la limitation de vitesse
de preventie
la prévention
de voorrang
la priorité
de veiligheid
la sécurité
zijn veiligheidsgordels vastmaken
attacher sa ceinture
voorrang hebben
avoir la priorité
door een rood licht rijden
brûler un feu rouge
voorrang verlenen
donner la priorité
zijn richtingaanwijzer gebruiken
mettre son clignotant
zijn snelheid verminderen
réduire sa vitesse
toegankelijk
accessible
het ongeval
l’accident
de verkeersopstopping
le bouchon
de verkeersopstopping
le bouchon
het verkeer
le trafic
de wegenwerken
les travaux
de omleiding
la déviation
de benzine
l’essence
de mobiliteit
la mobilité
het benzinestation
la station-service
de snelheid
la vitesse
in orde brengen
arranger
een fietslek hebben
avoir un pneu crevé
breken
(se) casser
de weg vragen
demander le chemin
vastgelopen zijn
^tre bloqué
schuin staan
être de travers
tanken
faire le plein
aanrijden
heurter
niet meer werken
ne plus marcher
opnieuw vastmaken
rattacher
rechtzetten
redresser
hoger zetten
relever
vervangen
remplacer
omverrijden
remverser
herstellen
réparer
losraken
se détacher
verdwalen
se perdre