Vocabulaire Flashcards
bus
bus
banque
bank
train
trein
essence
benzine
liste
lijst
climat
klimaat
orange
sinaasappel
carotte
wortel
café
koffie
musique
muziek
passeport
paspoort
éléphant
olifant
hôpital
ziekenhuis
banane
banaan
téléphone
telefoon
syllabe
lettergreep
télévision
televisie
supermarché
supermarkt
information
informatie
calculatrice
rekenmachine
catastrophe
ramp
auto
automobiel
européen
europees
intelligent
intelligent
international
internationaal
université
universiteit
flexibilité
flexibiliteit
qualification
kwalificatie
boisson
drank
organisation
organisatie
secrétaire
secretaris, secretaresse
ministre
minister
théâtre
toneel
fantastique
fantastisch
cinéma
cinema, bioscoop
médecin
arts
architecte
architect
professeur
leraar, lerare, professor
dentiste
tandarts
artiste
artiest
étudiant
student, studente
que faites-vous comme travail ?
wat voor werk doet u ?