vocabulaire 1B f - n Flashcards
la construction
de bouw
la solution
de oplossing
l’ouvrier
de arbeider
être habitué à
gewend zijn aan
avant tout
boven/voor alles
surtout que…
vooral omdat…
il manque
er mist/ontbreekt
en ce qui concerne
voor wat betreft
en sécurité
in veiligheid
le quartier
de wijk
au millieu de
in het midden van
se garer
parkeren
les transports en commun
het openbaar vervoer
avoir les moyens
het geld hebben
coûteux
duur
le niveau de vie
de levensstandaard
le logement
de huisvesting
l’espace
de ruimte
le dèsordre
de wanorde
ranger
opruimen
la limite
de grens
faire intrusion
binnendringen
l’adolescence
de puberteit
s’opposer à
zich verzetten tegen
avoir du mal avec
moeite hebben met
l’autorisation
de toestemming
indiquer
aangeven
la distance
de afstand
découvrir
ontdekken
se réfugier
vluchten
confus
verward
grader
houden
recevoir
ontvangen
se plonger dans
zich storten in
une façon
een manier, wijze