vocab 51-100 Flashcards
authentiek
echt
autodidact
iemand die door zelfstudie zijn kennis heeft verworven
autonomie
zelfstandgheid in bestuurlijk opzicht
autonoom
zelfstandig in bestuurlijk opzicht
autopsie
lijkschouwing
aversie
afkeer
bagatel
onbenulligheid
bagatelliseren
iets onbenulliger voorstellen dan het is
ballistiek
leer vd banen die niet-geleide projectielen in de lucht beschrijven
ballistisch
betrekken hebbend op de leer vd banen die niet-geleide projectielen in de lucht beschrijven
besogne
bezigheid
biënnale
tweejaarlijke tentoonstelling of kunstmanifestatie
bilateraal
aan twee kanten bindend
bipatride
twee nationaliteiten bezittend
bombastisch
hoogdravend
boutade
min of meer geestige uiting van ongenoegen
bravoure
zelfverzekerdheid bij een moeilijk optreden
zich brouilleren
in ruzie raken
bucolisch
betrekking hebbend op het land- en herderslevens
bureaucratie
toestand waarin alles volgens de regels en met formulieren geregeld wordt