vocab 251-350 Flashcards

1
Q

legio

A

heel talrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lethargie

A

ziekelijke slaapzucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lethargisch

A

niet actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

liquideren

A

vernietigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

loyaal

A

trouw aan de aangegane verplichtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lucide

A

helder van geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lucratief

A

winstgevend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lumineus

A

schitterend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

macaber

A

akelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

majestueus

A

verheven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

malecieus

A

boosaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

manipuleren

A

door kunstgrepen ongemerkt beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

marchanderen

A

onderhandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

masochinisme

A

geestelijke gesteldheid waarbij het ondergaan van vernedering en pijn essentieel is voor seksuele bevrediging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mastodont

A

geweldig gevaarte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

metamorfose

A

gedaanteverwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

militant

A

fervent aanhanger ve partij of organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

molesteren

A

gewelddadige overlast aandoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

mondain

A

luxueus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

morbide

A

ziekelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

myoop

A

bijziend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

myriade

A

grote menigte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

narcose

A

volledige verdoving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

navigeren

A

op een behendige manier door obstakels loodsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

non-comformistisch

A

niet meedrijvend met de grote massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

notoir

A

enigszins berucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

notulen

A

kort schriftelijk verslag van een vergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

novice

A

iemand die een proefjaar in een klosster doorbrengto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

nozem

A

lummelige jongeman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

obscuur

A

duister in figuurlijke zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

obstinaat

A

halsstarrig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

occasioneel

A

toevallig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

opponent

A

tegenstander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

oppositie

A

tegenstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

outcast

A

uitgestotene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

panisch

A

voortkomend uit een plotselinge hevige schrik of angst voor een gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

pantomime

A

gebarenspel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

paria

A

uitgestotene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

pathetisch

A

met overdreven gevoel en weidse gebaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

pathologisch

A

ziekelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

pertinent

A

stellig

42
Q

piëdestal

A

voetstuk

43
Q

pointe

A

hoogtepunt van een grap

44
Q

polemiek

A

discussie in de media over een onderwerp waarover men van mening verschilt

45
Q

polemisch

A

waarover mensen van mening kunnen verschillen

46
Q

prognose

A

uitspraak over het vermoedelijke verloop van iets

47
Q

prominent

A

vooraanstaand

48
Q

protagonist

A

hoofdrolspeler

49
Q

protocol

A

geheel van voorschriften en regels ivm het diplomatieke verkeer

50
Q

punctueel

A

nauwkeurig

51
Q

putsch

A

staatsgreep door militairen

52
Q

qua

A

wat betreft

53
Q

quarantaine

A

tijdelijke afzondering van mensne of dieren om een besmetting te beperken of voorkomen

54
Q

qui-vive

A

hoede

55
Q

rabiaat

A

verwoed, meedogenloos

56
Q

rancune

A

wrok

57
Q

rancuneus

A

vol wrok

58
Q

ravage

A

uitgebreide schade

59
Q

reactionair

A

strevend naar behoud of herstel van wat vroeger was

60
Q

recidivisme

A

het vervallen in vroegere misdaden of fouten

61
Q

recidivist

A

iemand die vervalt in zijn vroegere misdaden

62
Q

repatriëren

A

naar zijn vaderland terugbrengen

63
Q

repliceren

A

reageren op wat de andere heeft gezegd

64
Q

repliek

A

reactie op wat de andere eheft gezegd

65
Q

represailes

A

vergeldingsmaatregelen, actie uit wraak

66
Q

repressie

A

onderdrukking

67
Q

repressief

A

onderdrukkend

68
Q

respons

A

antwoord op een uitdaging of prikkel van buitenaf

69
Q

revelatie

A

opzienbarende ontdekking, openbaring, onthulling

70
Q

sardonisch

A

boosaardig grijnzend

71
Q

savoueren

A

met heel veel smaak nuttigen

72
Q

scrupule

A

gewetensbezwaar

73
Q

seculair

A

eeuwenoud

74
Q

seculier

A

niet tot een geestelijke orde behorend

75
Q

seniel

A

door de ouderdom afgetakeld

76
Q

simultaan

A

gelijktijdig

77
Q

sinister

A

onheilspellend

78
Q

soeverein

A

van geen hoger gezag afhankelijk

79
Q

soevereiniteit

A

hoogste staatsgezag

80
Q

stagneren

A

tot stilstand komen

81
Q

steriel

A

onvruchtbaar

82
Q

subtiel

A

alleen bij nauwkeurig toezien of voor fijn geboel waar te nemen of te begrijpen

83
Q

subversief

A

het gezag ondermijnend

84
Q

suggestief

A

niet duidelijk uitgesproken maar toch bedoeld om iemand iets te overtuigen

85
Q

totalitair

A

waarin alles ondergeschikt is aan de staat die alle domeinen van het openbaar leven domineert

86
Q

trivaal

A

onbenullig

87
Q

turbulent

A

woelig

88
Q

ultimatum

A

aan een tijdslimiet gekoppelde laatste voorwaarde

89
Q

unaniem

A

eensgezind

90
Q

urbanisatie

A

verstedelijking

91
Q

usurpator

A

iemand die onrechtmatig bezit neemt vd macht, het land …

92
Q

valuta

A

algemeen geldig betaalmiddel in een land

93
Q

vendetta

A

bloedwraak

94
Q

vivieus

A

gebrekkig en met fouten

95
Q

viriel

A

heel erg mannelijk

96
Q

viriliteit

A

mannelijkheid

97
Q

vitrueel

A

denkbeeldig

98
Q

viseren

A

het gemunt hebben op

99
Q

visum

A

vergunning om naar een vreemd land te reizen of om daar te verblijven

100
Q

visum

A

vergunning om naar een vreemd land te reizen of om daar te verblijven