voca e Flashcards
la tante
de tante
le copain/ la copine
de vriend/vriendin
le rendez-vouz
de afspraak
le portable
de mobiele telefoon
la glace
het ijsje
content(e)
tevreden
interdit(e)
verboden
nul(le)
waardeloos
donc
dus
maintenant
nu
vite
snel
peut-étre
misschien
aprés
daarna na
arréter
ophouden, stoppen
j’en ai marre
ik ben het zat
présenter
voorstellen
écouter
luisteren
participer á
meedoen aan
trouver
vinden
gagner
winnen
Comment tu trouver ta chambre?
hoe vind je jouw slaapkamer
J’aime bien ma chambre, elle est grande
ik vind mijn slaapkamer leuk hij is groot
Il y a un lit et un bureau
er staat een bed en een bureau
Tu es souvent dans ta chambre
ben je vaak in jouwn slaapkamer
Oui, pour discuter avec mes amis
ja, om te kletsen met mijn vrienden
Qu’est-ce que tu fais dans ta chambre?
wat doe je in je kamer
je fais mes devoirs et j’ecoute de la musique
ik maak huiswerk en ik luister naar muziek