Voc unit 4 part2 Flashcards
Fokken
To breed
Het fokken
Breeding
Een prooi najagen
To chanel a prey
Overwinteren
To hibernate
Paren
To mate
Een leefgebied
A habitat
Zout water
Salt water
Zoet water
Fresh water
Omheind stuk land
An enclosure
Omheining
A fence
Dierenverzorger
A zoo keeper
Bezoeker
A visitor
Een geweldige plaats
A wonderful place
Een adembenemend landschap
A breathtaking landscape
Een goed onderhouden tuin
A well- kept garden
Een plezierige bezoek
An enjoyable
Een ervaring die de moeite waard was
A wortwhile experience
Een vreselijke ontdekking
A dreadful discovery
Een enthousiaste parkwachter
An enthousiastic park ranger
Een vreselijk zicht
A terrible sight
Een volle kamer
A crowed room
Een ongeduldige bezoeker
An impatient visitor
Een dure uitstap
An expensive trip
Een opgewonden kind
An excited child
Een opwindend idee
An exciting idea
Een schitterd idee
A brilliant idea
Een comfortabele trein
A comfortable train
Een ontspannen sfeer
A relaxed …
Een directe reactie
An immediate reponse