Voc t3 les médias Flashcards
het abonnement
l’abonnement (m)
de activiteit
l’activité (f)
het voordeel
l’avantage (m)
de bibliotheek
la bibliothèque
de communicatie
la communication
de ontwikkeling
le développement
het nadeel
l’inconvénient (m)
het interview
l’interview (f)
de brief
la lettre
het boek
le livre
de boodschap, het bericht
le message
het publiek
le public
de doelgroep
le public cible
prettig
amusant(e)
dom
bête
interessant
intéressant(e)
vrij
libre
stom
nul, nulle
dol zijn op, heel graag zien
adorer
houden van, graag zien
aimer
communiceren
communiquer
luisteren (naar iets)
écouter (quelque chose)
horen
entendre
lezen
lire
spreken over
parler de
een abonnement nemen
prendre un abonnement
nadenken
réfléchir
(naar iets) kijken
regarder (quelque chose)
zich abonneren (op)
s’abonner (à)
zich richten tot
s’adresser à
zich herinneren
se souvenir de
zich interesseren voor
s’intéresser à
de app
l’appli(cation) (f)
de klik
le clic
de surfer (op het internet)
l’internaute (m/f)
de link
le lien
het paswoord
le mot de passe
de zoekmachine
le moteur de recherche
de login, de gebruikersnaam
le nom d’utilisateur
de melding
la notification
de ICT
les TIC (“ties”)
digitaal
numérique
toegang hebben tot
avoir accès à
klikken
cliquer
de computer uitzetten
éteindre l’ordinateur
de cumputer aanzetten
allumer l’ordinateur
(een app) installeren
installer (une appli)
surfen (op het internet)
naviguer (sur Internet)
bewaren, opslaan
sauvegarder
zich aanmelden
se connecter
zich uit de slag trekken, zijn plan trekken
se débrouiller
zich afmelden
se déconnecter
intikken
taper
downloaden
télécharger
het evenement, de gebeurtenis
l’évènement
het (banale) nieuwsfeit
le fait divers
de informatie
l’information
de journalist, de journaliste
le / la journaliste
het volk, de wereld
le monde
de politiek
la politique
de sport
les sports (m)
de vedette
la vedette
internationaal
international(e)
lokaal, plaatselijk
local(e)
nationaal
national(e)
regionaal
régional(e)
op zoek zijn naar
être à la recherche de
informeren
informer
liegen
mentir
durven
oser
zich concentreren
se concentrer
zich vergissen
se tromper
zich informeren
s’informer
op de hoogte blijven van de actualiteit
suivre l’actualité
zappen
zapper
in verband met
à propos de
het internet
le Net
de site
le site
een krant online / digitaal lezen
lire un journal en ligne
surfen (op het internet)
surfer (sur Internet)
de zender
la chaîne
het scherm
l’écran (m)
de uitzending, het programma
l’émission (f)
het beeld
l’image (f)
de verkeersinformatie
l’info trafic (f)
het (tv-) journaal
le journal télévisé (le JT)
de presentator, de presentatrice
le présentateur, la présentatrice
de radio
la radio
de omroeper, de omroepster
le speaker, la speakerine
de technicus
le technicien
de tv
la télé
de afstandsbediening
la télécommande
het volume
le volume
de klank luider zetten
augmenter le son
de klank stiller zetten
baisser le son
naar het nieuws luisteren
écouter les nouvelles
opnemen
enregistrer
presenteren
présenter
naar het nieuws kijken
regarder les informations
de reclame
la pub, la publicité
onthouden
retenir
de hoofdtelefoon
le casque
de sessie
la session
een videospel spelen
jouer à un jeu vidéo
de batterij
la batterie
de lader
le chargeur
de hoes
la coque
de smartphone, de gsm
le smartphone
uitgerust (met)
équipé(e) (de)
bezet
occupé(e)
zijn gsm aanzetten
allumer son portable
iemand bellen
qppeler quelqu’un
zijn gsm uitzetten
éteindre son portable
ontvangen
recevoir
(de batterij) opladen
recharger (la batterie)
iemand opbellen
téléphoner à quelqu’un
de batterij is plat
la batterie est à plat
het e-mailadres
l’adresse mail (f)
de blog
le blog
de e-mail
l’e-mail (m), le mail
de smiley
l’émoticône (f)
het forum
le forum
de hashtag
le hashtag
de sociale netwerken, de sociale media
les réseaux sociaux (m)
de chat
le tchat
(een bericht) verzenden
envoyer (un message)
reageren
réagir
antwoorden
répondre
online
en ligne
bereikbaar zijn
être joignable