Voc t2 (organiser une fête) Flashcards
1
Q
het adres
A
l’adresse
2
Q
de sfeer
A
l’ambiance
3
Q
het aperitief
A
l’apéritief, l’apéro
4
Q
het bier
A
la bière
5
Q
het drankje
A
la boisson
6
Q
de kaars
A
la bougie
7
Q
de discobal
A
la boule disco
8
Q
het boeket bloemen
A
le bouquet de fleurs
9
Q
het budget
A
le budget
10
Q
het cadeau, het geschenk
A
le cadeau
11
Q
de koffie
A
le café
12
Q
de (e-)kaart
A
la carte (virtuelle)
13
Q
de bestelling
A
la commande
14
Q
de confetti
A
les confettis
15
Q
de contactgegevens
A
les coordonnées
16
Q
de dans, het dansen
A
la danse
17
Q
de versiering
A
la décoration
18
Q
de dj
A
le DJ (disc-jockey)
19
Q
de geschenkverpakking
A
l’emballage cadeau
20
Q
het bruiswater
A
l’eau pétillante
21
Q
het plat water
A
l’eau plate
22
Q
het gebak(je)
A
le gâteau
23
Q
de slinger
A
la guirlande
24
Q
de uitnodiging
A
l’invitation
25
de genodigde
l'invité(e)
26
de boodschappenlijst
la liste d'achats
27
de mocktail
le mocktail (cocktail sans alcool)
28
het (papieren) tafelkleed
la nappe (en papier)
29
de gelegenheid
l'occasion
30
het vriendje, het vriendinnetje, het lief
le petit copain, la petite copine
31
het vriendje, het vriendinnetje, het lief
le petit ami, la petite amie
32
de fotocabine, de photobooth
le photomaton
33
de dansvloer
la piste de danse
34
de afspraak
le rendez-vous
35
het feestmaal
le repas de fête
36
de feestzaal
la salle des fêtes
37
de kerstboom
le sapin de Noël
38
het servet
la serviette
39
de ster van de dag
la star du jour
40
de verrassing
la surprise
41
de ijsthee
le thé glacé
42
de (witte, rosé, rode) wijn
le vin (blanc, rosé, rouge)
43
de vj
le VJ (vidéo-jockey)
44
betaalbaar
abordable
45
aangenaam, gezellig
agréable
46
leuk, plezierig
amusant(e)
47
druk, geanimeerd
animé(e)
48
duur
cher, chère
49
leuk, tof
chouette
50
verkleed, vermomd
déguisé(e)
51
vervelend, saai
ennuyeux, ennuyeuse
52
uitstekend
excellent(e)
53
fantastisch
formidable
54
gelukkig
heureux, heureuse
55
onvergetelijk
inoubliable
56
vrolijk (Kerstmis)
joyeux (Noël), joyeuse
57
zenuwachtig
nerveux, nerveuse
58
prima, super
nickel
59
origineel
original(e)
60
niet slecht, goed
pas mal
61
niet zo goed
pas terrible
62
gestresseerd
stressé(e)
63
verrassend
surprenant(e)
64
verrast
surpris(e)
65
aanvaarden, instemmen
accepter
66
meegaan (met), vergezellen
accompagner
67
aankondigen, melden
annoncer
68
annuleren
annuler
69
iemand opbellen
appeler quelqu'un
70
appreciëren, waarderen
apprécier
71
(een huwelijk) bijwonen
assister à (un mariage)
72
bestellen
commander
73
beginnen met
commencer par
74
duur zijn, veel kosten
coûter cher
75
de tafel afruimen
débarrasser la table
76
versieren
décorer
77
uitgeven
dépenser
78
iemand een handje helpen
donner un coup de main à quelqu'un
79
inpakken, verpakken
emballer
80
versturen, verzenden
envoyer
81
op zoek zijn naar
être à la recherche de
82
een afspraak maken (met)
fixer (un) rendez-vous (avec)
83
uitnodigen
inviter
84
de tafel dekken
mettre la table
85
plaatsen
placer
86
ontvangen, krijgen
recevoir
87
ervan dromen te (trouwen)
rêver de (se marier)
88
zich klaarmaken
se préparer
89
bedienen, opdienen
servir
90
(de kaarsen) uitblazen
souffler (les bougies)
91
ter gelegenheid van
à l'occasion de
