visuele Flashcards

1
Q

staafjes vs kegeltjes

A

Staafjes = ongevoelig voor kleur
Kegeltjes = kleurwaarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

V1345

A

V1: primaire visuele cortex: contrast percipiëren
V3: vormperceptie
V4: kleurperceptie
V5: (snelle) bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

V1345

A

V1: primaire visuele cortex: contrast percipiëren
V3: vormperceptie
V4: kleurperceptie
V5: (snelle) bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

anopsie vs agnosie

A

Anopsie: in de primaire verwerking = Lagere orde stoornis (Visueel velddefect, Gezichtsscherpte, contrastgevoeligheid, achromatisch, akinetopsie)

agnosie: semantische koppeling aan interne representatie = hogere orde stoornis
( Apperceptieve agnosie, Associatieve agnosie (kleur, helderheid, object))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

akinetopsie

A

opeenvolging van stilstaande beelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Apperceptieve agnosie vs associatieve agnosie

A

appercetieve: geen interne representatie maken van waarneming (vorm en simultaan)

Associatieve agnosie: geen link leggen tussen interne representatie en wat men waarneemt

  • kleuragnosie
  • helderheid
  • alexie: lezen en schrijven
  • object agnosie
  • object anomie: ook niet na aanraking

Disconnectie: visueel-semantisch
Wel na tactiel contact
Vertonen vaak ernstige prosopagnosie

objectanomie / optische afasie: objecten niet kunnen benoemen, maar wél categoriseren en aangeven hoe ze gebruikt moeten worden + letters kunnen lezen
disconnectie visueel-taal

pure alexie: niet kunnen lezen, maar wel schrijven
Disconnectie taalbegrip-en productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Charles Bonnet vs Anton

A

Syndroom van Charles Bonnet: bewuste visuele illusies/confabulaties (door wegval van gezichtsveld)

Anton: corticale blindheid ( gedeeltelijk of volledig verlies van gezichtsvermogen) + additie !anosognosie! met confabulaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Amorfognosie vs Ahylogosie

A

Amorfognosie = Stoornis in het onderscheiden v objecten a.d.h.v. macro-kenmerken: grootte en vorm van een object d.m.v. tactiele waarneming

Ahylogosie = Stoornis in het onderscheiden van de micro-geometrische eigenschappen; textuur, materiaal, hardheid, temperatuur, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly