TBI Flashcards

1
Q

Contusion cerebro

A
  • ernstig, langdurig bewustzijnsverlies, anosgnosie,
  • retro komt terug maar permanent net voor ongeval
  • cognitief (aandacht, geheugen, visueel, taal, executief en emotioneel)
  • gedragsverandering: medio-frontaal: gedragsingibitie (affect) , orbito-frontaal: gedragsinhibitie (sociaal)

(doordingen duramater > open SL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

commotion

A
  • licht, kortbewistzijnsverlies
  • lichamelijk en cognitief en psychisch

(gesloten hersenbreuk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

malingeren

A

= aggravatie, stimulatie&raquo_space; Amsterdamse kortetermijndenken geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cogniforme stoornis

A

= Patienten overdreven klachten / onwaarschijnlijk prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

whiplash letsel

A

kop staart botsing (hypertensie en -flexie)
geen hersenletsel
» hoofd en nekpijn
» postwhiplashsyndroom: pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS)

A

loss of consiousness: ontregelen van hersenstam: reticulo-thalamo limbisch cortical circuit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Glasgow Coma Scale

A

= E: openen van ogen
M: motoriek
V: verbale reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primair HL en secundair HL

A

primair: direct na impact:
1. diffusie atonale aantasting: scheuren axonen

secundair
1. hypoxie: te weinig O2, bloeddrukdaling, oedeem
2. hydrocefalie (ventrikels > intern/ externe drainage)
3. hersenonsteking/ meningitis
4. posttraumatische bloeding / hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten hematomen

A
  • intracerebraal / intraventrikulaire
  • epiduraal: boven dura mater
  • subduraal : onder duramater
  • subarchnoidale: tussen vliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

chronische traumatische encefalopathie

A

= repetitieve HL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly