Visueel systeem Flashcards
Zichtbaar licht
400-700 nm
Voordelen kleurenzicht
Herkennen van rijpe vruchten
Signaalkleuren met rol in voortplanting
Analogie van camera en oog
Pupil = diafragma
Ooglens = convexe lens
Achterste oogkamer = donkere kamer
Retina = film
Lenzen in het oog
Ooglens met dioptrie van 13-36 D met mogelijkheid om aan te passen = accommodatie
Cornea met vaste dioptrie van 43 D
Dioptrie
1/focusafstand
Convexe lens
Positieve bolle lens
Concave lens
Negatieve holle lens
Pupildiameter
Miosis = opening verkleinen, gunstig effect op scherp zicht
Mydriase = opening vergroten, meer lichtinval
Optimale diameter = 3mm
Near respons
- Accommodatie van de lens
- Convergentie van oogassen
- Miosis, afhankelijk van de hoeveelheid licht in omgeving
Oogafwijkingen
- Emmetropie = normaal zicht
- Myopie = bijziendheid, corrigeren met negatieve lens
- Hypermetropie = verziendheid, corrigeren met positieve lens
- Astigmatisme = hoornvlies of netvlies met rare vorm
- Presbyopie = ouderdomsverziendheid
Opbouw van de retina
Doorheen de retina liggen staafjes en kegeltjes, maar in de fovea liggen alleen kegeltjes
Fovea ontbreekt ganglion cellaag
Retina = 10 lagen dik
Retinaal pigment epitheel
- Voedende functie
- Recycling station voor delen van de fotoreceptorcellen
- Dient als buitenste bloed-retina barrière
Netvliesloslating
Retinaal pigment epitheel en fotoreceptorcellen komen van elkaar los omdat daar geen sterke verbindingen tussen zitten
= medische urgentie
Blinde vlek
Plaats waar de n. opticus ontspringt en geen fotoreceptorcellen liggen
Kan je zelf identificeren door behulp van trucjes
Fovea
Plaats voor het scherp zicht
Ziet maar een klein deel van het hele gezichtsveld, maar ogen vertonen continu microsaccades om de rest te kunnen invullen
Visuele resolutie
Optimum = 3 cycli per graad bij minimaal contrast
Maximum 60 cycli per graad bij hoog contrast
1 booggraad = 300 micrometer
=> 300/60 = 5 micrometer
1 cycli moet minstens 5 micrometer zijn om te kunnen onderscheiden
Diameter van 1 kegeltjes is 2,5 micrometer
Testen voor gezichtscherpte
Op 6 meter afstand staan
- Snellen kaart = letters herkennen
- Landolt’s C’s = Opening van de C herkennen
Verdeling van kegeltjes
- 64% rood gevoelig
- 32% groen gevoelig
- 4% blauw gevoelig
Verdeling staafjes en kegeltjes in retina
6 miljoen kegeltjes, voornamelijk in fovea
120 miljoen staafjes
Chromatische aberraties in ooglens systeem
Blauw en rood lijken in een verschillende focaal vlak te liggen
-> Focus punt van oog verschilt per golflengte
Wordt getest met de duochrome test
Microscopen corrigeren hiervoor
Bewegingen van ogen
- Foveatie = scene op de fovea projecteren
- Saccade = blik naar ander interesse punt richten
- Smooth pursuit = bewegend target volgen met gladde volg bewegingen
- Vergence = oogassen naar elkaar toe brengen om dichtbij te focussen
Fotoreceptoradaptatie
Als je lang naar een beeld kijkt, lijkt het te verdwijnen
Eens de ogen bewegen wordt het beeld terug zichtbaar
Vaak zien we bij lang kijken naar een beeld ook de opponente kleuren naar boven komen
Corticale zones betrokken bij aansturen van oogbewegingen
- Area 8 = frontal eye field
- Area 7 = parietal eye field
- Supplementair eye field
Deze gebieden zijn verbonden met de colliculus superior om de gewilde beweging over te brengen naar het oog
Retinale zenuwschakeling
Verticale hoofdweg:
- fotoreceptorcellen stelt glutamaat vrij op bipolaire cel en horizontale cel
- bipolaire cellen stelt glutamaat vrij op ganglion cel
- ganglion cellen
Horizontale connecties :
- horizontale cellen
- amacriene cellen