Virologie H3: DNA virussen Flashcards
Parvoviridae: algemene kenmerken
- ssDNA, lineair, 5kb (meeste DNA virussen zijn ds)
- kubische symmetrie (kapsied)
- 16-26nm, geen envelop
- zeer klein
Parvoviridae: noem min 3 leden
genus Parvovirus = PV:
- Porcien PV
- Canien PV type 2 –> CPV2: CPV2A (!), CPV2B, CPV2C –> ontstaan uit FPV (2-3 mutaties in kapsied eiwitten)
- Felien PV
- nerts enteritis virus
- -> jonge honden met diarree, is een vaccin
- -> FPV (panleukopenievirus): haemorrhagische enteritis en fibrinestolsels in de darm (vermeerderd in lymfocyten)
- -> PPV: foetale sterfte en mummificatie, drachtige zeug subklinisch maar wel transplacentaire overdracht
Genus erythrovirus ( algemeen vrij mild
Genus Bocavirus
- CPV1: ‘‘minute’’ virus; apathogeen, komt algemeen voor bij honden
- bovien PV
Papillomaviridae: algemene kenmerken
- DNA virus, dsDNA, circulair, 8kbp
- kubische symmetrie
- 45-55 nm, geen envelop
- > 100 (sero/geno)typen bij mens, 14 bij rund
- erg diersoortspecifiek (uitz. BPV –> paard)
- heel klein
Papillomavirus: noem min. 3 leden
Humane papillomavirussen (>100 typen)
- meestal overwint het immuunsysteem na maanden/jaren
- HPV 1, 4 –> wratten voetzolen
- HPV 2, 3, 10 –> wratten knieën, vingers
- HPV 6, 11, 16, 18 –> ano-genitale wratten (associatie met cervixkanker, SOA) –> Vaccin beschikbaar
Alle humane wratten worden veroorzaakt door papillomavirussen, muv ouderdomswratten. Wrat = chronisch; therapie niet altijd werkzaam, uiteindelijk spontaan herstel (kan foutief beeld van therapie succes zijn).
Boviene papillomavirussen (14 typen)
- BPV 1-14 (muv 4): huid, tepels, genitaliën, neusspiegel
- BPV 4: bovenste deel SVS (vnl wratten thv esophagus)
- BPV 1 en 2 –> equine sarcoid (fibro-epitheliale tumor bij paarden - te veel groei van epitheelcellen en bw) verband
Equine papillomavirus (2 typen): huidwratten
Honden papillomavirus (4 ytpen): orale slijmvliezen
Adenoviridae: algemene kenmerken
- DNA virus
- Adenoid = klierweefsel
- dsDNA, lineair, 30-42 kbp
- kubische symmetrie + fibers op de hoekpunten
- 70-90 nm
- geen envelop
- vaakst aangetroffen in tonsillen van mensen
Adenoviridae: noem min. 3 leden
Genus mastadenovirus: zoogdieren
Genus aviadenovirus: vogels
Genus mastadenovirus (enkel bij hond kruisimmuniteit):
- adenovirussen mens (HAV): 51 serotypen
- Aap (simian - SAV): 10 serotypen
- Rund (BAV): 10 serotypen
- Paard: 2 serotypen
- Varken (PAV): 4 serotypen
- Hond (CAV): 2 Serotypen –> KRUISIMMUNITEIT!
CAV 1: infectieuze caniene hepatitis = klinisch zeer ernstig
CAV 2: AH-stoornissen, klinisch: mild of subklinisch
–> met CAV2 vaccineren tegen CAV1 (kennelhoest) en AAV
Pluimvee kent ook een aantal belangrijke adenovirussen waartegen gevaccineerd dient te worden.
Herpesviridae: algemene kenmerken
- dsDNA, linaeir, 120-220 kbp
- kubische symmetrie
- 120-200 nm, envelop –> minder R, snelle inactivatie door zeep
- 3 subfamilie: alfa, beta, gamma herpesvirinae
- herpes –> kruipens letsels
- adulte dieren kunnen klinische symptomen vertonen maar meestal in veel minder mate dan neonati/foeti.
Herpesviridae: biologische kenmerken
- vocht en koude = toename overlevingskans (overleven slecht in de bw)
- LATENTIE!: na primaire infectie nog aanwezig ovv genetisch materiaal, eens besmet = levenslang besmet (drager) - soms reactivatie (letsels en symptomen)
- TRANSPLACENTAIR
- ergst bij zeer jonge dieren en mensen met immunosuppresie
- matrix = TEGUMENT (kunnen tekenen) = extra eiwitlaaf onder de envelop
- 13 # oppervlakte eiwitten: G (glycoproteïnen)
Adenoviridae: biologische kenmerken
- rel. stabiel, maar vlotte inactivatie door desinfectantia
- intranucleaire inclusielichaampjes, meedere leden hemagluttinerende eigenschappen
- tropisme: AHS + SVS
- chronische infectie, vaak subklinisch, soms oncogeen (multifactorieel)
- komt enkel voor in grote gemeenschappen bvb legerafdeling
- meeste diersoorten meerdere serotypen (meestal geen kruisbescherming)
Papillomaviridae: biologische kenmerken
- zeer R aan fysische en chemische agentia (zwembadranden of sportcomplexen)
- tropisme: meerlagig epitheel –> vmpe: handpalm/voetzool of mpe: slijmvliezen vd geslachtswegen
- niet te kweken in celculturen - kunnen enkel binnendringen als er (microscopische) wondjes in de huid zijn
- bep. typen hebben een tropisme voor bep. lichaamsdelen
- chronische infectie - wratten blijven vaak maanden/jaren aanwezig
- vermeerderen in de onderste lagen (epitheel) en schuiven dan geleidelijk op naar boven
- meest belangrijk bij mens en rund
Parvoviridae: biologische kenmerken
- zeer R: overleven vrij lang in de bw
- overdracht via gecontamineerde voorwerpen mogelijk
- gevoelig voor bleekwater: †
- tropisme voor cellen met hoog mitotische activiteit: foetus weefsels, cellen met hoge turn-over (crypten van lieberkuhn, bm, lymfocyten)
- hemagglutinerende eigenschappen (RBC) –> diagnostiek
- transplacentaire overdracht –> xxx in bm, lymfopoietisch systeem en darmcrypten
alfa herpesvirinae: noem min. 6 leden en kenmerken
vermeerderingscyclus <24h, latentie in zenuwcellen
Mens:
- HHV-1 = Herpes Simplex virus: oraal type; recidiverende herpes labialis - latent in zenuwen van het aangezicht
- HHV-2 = Herpes Simplex virus 2: genitaal type
- HHV-3 = Varicella zoster virus: windpokken-zona: primaire infectie windpokken (juvenielen: alg. slecht voelen, koorts, huiduitslag), na re-activatie zoster = gordelroos - latent in zenuwen van de romp
Aap:
- Herpes B –> fatale encefalitis bij mens (ZOONOSE!), import (zoo) verplicht Herpes B vrij certificaat
Varken:
- Suid herpesvirus 1 = SHV-1 –> AUJESZKYVIRUS –> CZS, AH stoornissen, ABORTUS (Belgie vrij: vaccinatie)
Rund:
- BHV-1: infectieuze boviene rhinotracheitis HV –> CZS, AH stoornissen, ABORTUS!! (belangrijkste bij rund, Be niet vrij)
- BHV-2: boviene mammilitis virus - ulceraties tepels
- BHV-5: boviene encefalitis HV - encefalitis
Paard:
- !!EHV-1: equine rhinopneumonie V - CZS, AH stoornissen, ABORTUS, verlamming, atazie, foeti met speldenknopachtige letsels in de longen = pathogonomisch voor EHV-1 infectie
- EHV-3: equine coïtaal exantheem V - letsels geslachtswegen
- EHV-4: AH-stoornissen
Kat:
- FHV-1: feliene rhinothracheitis V - AH stoornissen (niesziekte)
Hond:
- CHV-1: sterfte (enkel jonge honden/of letsels geslachtswegen)
Kip:
- Gallid HV-1: infectieuze laryngotracheitis virus - AH stoornissen
- GHV-2: MAREK’s dissease HV –> kwaadaardige tumoren; verspreid cel-geassocieerd
Betaherpesvirinae: kenmerken en leden.
Vermeerderingscyclus >24h, latentie (kliercellen, nieren), reuzencellen in celculturen
Mens:
- HHV-5: CYTOMEGALOVIRUS - vaak subklinisch, evt ziekte bij immunosuppressie, 3d koorts bij kinderen
- HHV-6: 3d koorts bij kinderen
Varken:
- SHV-2: CYTOMEGALOVIRUS of inclusion body rhinitis V - rhinitis bij biggen
Gamma-herpesvirinae: kenmerken en leden.
Tropiscme voor/latentie in B of T lymfocyten, soms tumoren.
Mens:
- HHV-4!! - Epstein-Barr virus (EBV) –> Infectieuze mononucleose, Burkitt’s lymfoom (pfeifer, lymfoma’s) - kissing dissease - latent aanwezig in lymfocyten = continue proliferatie van B-cellen
- HHV-8: Kaposi’s sarcoma-geassocieerd HV - tumoren bij HIV patiënten
Schaap:
- OHV-1 - trage progressieve AH stoornissen
- OHV-2 BOOSAARDIGE KATARRHAALKOORTS V - veralgemeende ziekte bij het rund (lijkt op MKZ, komt hier weinig voor, kan serieuze sterfte geven bij runderen in tropische gebieden - afkomstige van een virus van Gnoe’s: subklinisch)
Poxviridae: algemene kenmerken
- dsDNA, lineair, 130-375 kbp
- complexe symmetrie, balkvormig
- 230-300 nm (allergrootste dierlijke virussen)
- envelop