verklaringen voor criminaliteit: psychologische theorieën Flashcards

1
Q

Welke 3 psychologische theorieën zijn er

A
  • stoornissen en persoonlijkheid
  • sociaal leren
  • neutralisatietechnieken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 5 subcategorieën zijn er bij stoornissen & persoonlijkheid?

A
  • antisocial personality disorder/psychopathy
  • sensation seeking
  • PEN-model
  • Big five
  • Zelfcontrole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de subcategorie antisocial personality disorder/psychopathy in?

A

een persoon die onvoldoende gesocialiseerd is.
- Roekeloosheid, disinhibitie, gemeenheid.

Doorgaans personen die vroeger afgewezen, wreed of onverschillig behandeld zijn -> ontvangt geen liefde -> ontwikkelt geen empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de subcategorie sensation seeking in?

A

Onderdelen sensation seeking:
- Ervaringsgerichtheid
- Behoefte aan verandering
- Ontremming
- Risicobereidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie zit er achter de theorie van sensation seeking?

A

Zuckerman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de subcategorie PEN-model in?

A

Drie dimensies van persoonlijkheid relevant voor crimineel gedrag:
- Psychoticisme: egocentrisch, gebrek empathie, agressief.
- Extraversie: sensatiezoekers
- Neuroticisme: overreactie op stress, angstig, humeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zit er achter de theorie van het PEN-model?

A

Eysenck

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de subcategorie Big Five in?

A
  • Extraversion
  • Agreeableness
  • Conscientiousness
  • Neutoricism
  • Opennes
    Als je hoog of laag scoort op deze factoren, ga je bepaald gedrag vertonen dat kan wijzen op criminologisch gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zit er achter de theorie van het Big five?

A

Digman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de subcategorie zelfcontrole in?

A

Kenmerken criminelen:
- implusief
- ongevoelig
- fysiek
- risico zoekend
- korte-termijndenkers
- non-verbaal

dit alles leidt tot lage zelfcontrole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie zit er achter de theorie van zelfcontroletheorie?

A

Gottfredson & Hirshi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke 2 subcategorieën is het sociaal leren in te delen?

A
  • observationeel leren (Bandura)
  • differentiële-associatietheorie (Sutherland)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de subcategorie observationeel leren in?

A

niet alleen eigen ervaring van beloning of straf, maar ook: imitatiegedrag gebaseerd op anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de subcategorie differentiële-associatietheorie in?

A

Crimineel gedrag wordt geleerd in interactie- en communicatieprocessen met andere personen. Het vindt hoofdzakelijk plaats in intieme, persoonlijke groepen.

Criminaliteit ontstaat wanneer het totaal van aangeleerde pro wettelijke attitudes, waarden en gedragingen overtroffen wordt door de anti wettelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen observationeel leren en differentiële associatietheorie?

A

Differentiële associatietheorie gaat iets verder in op de manier waarop dat gedrag wordt aangeleerd in tegenstelling tot observationeel leren. Bij observationeel leren wordt het gedrag geïnternaliseerd en dat gaat verder dan aangeleerd gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt de neutralisatietheorie van Matza in?

A

Neutralisatie: rechtvaardigen/goedpraten van crimineel gedrag.
- ontkennen verantwoordelijkheid
- ontkennen schade
- ontkennen slachtoffer
- veroordelen veroordelaars
- beroepen op hogere autoriteit