VERHALEN Flashcards
1
Q
verhaal elementen
A
Mogelijke omschrijving van het onderwerp : liefde, vriendschap, pesten
2
Q
Wat is de verhaallijn
A
Een chronologische opeenvolging van gebeurtenissen (soms)
3
Q
Geef 4 soorten personages
A
Protagonist
Antagonist
Nevenfiguur
Figurant
4
Q
Wat is vertel perspectief?
A
Ik verteller = meer betrokken
personele hij/zij verteller = minder betrokkenheid
alwetende verteller = weet de toekomst al
meervoudige vertelperspectief
5
Q
3 soorten ballonen
A
Tekstballon
Gedachte ballon
Vertel blok
6
Q
Hoe noem je een klank botsing in een strip
A
Onomatopeeën
