Vechten tegen onrecht Flashcards

1
Q

door wat stijgt de bevolking

A

door de agrarische (r)evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het gevolg daar op

A

overschot aan arbeiders, ambachtslui en boeren op platteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is plattelandsvlucht en waarom gebeurt dit

A

boeren die naar de stad vertrekken, omdat de stedelijke samenleving belangrijker word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verandering in tewerkstelling

A

vrouwen en kinderen gaan ook werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschuiving in ec sector
prilaire sector

A

landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschuiving in ec sector
secundaire sector

A

industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschuiving in ec sector
tertiaire sector

A

diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschuiving in ec sector
quartaire sector

A

diensten zonder winstoogmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ME+VMT:

A

standenmaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef 3vb van de quartaire sector

A
  • ziekenhuizen
  • onderwijs
  • brandweer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een sm

A

geboorte en afkmst bepaalde je stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

19de eeuw:

A

klassenmaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een km

A

klasse wordt bepaald door inkomen, opleiding, bezit en beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Proletariaat▼

A
  • geen enkel bezit
  • loonarbeiders, volledig afhankelijk van inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Burgerij▲

A
  • ondernemers, eigenaars van fabrieken
  • zoveel mogelijk winst maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

en hoe zorgen ze daarvoor

A

door de loon zo laag mogelijk te houden

17
Q

(gevolg van geen bescherming voor arbeiders op jurudisch vlak)
gevolg?
benoem 3

A
  • werkweek 70-80u/week
  • nacht- en weekendarbeid
  • arbeidsongevallen
  • kinderarbeid
18
Q

wat is een werkboekje

A

een dwangmiddel van de fabriekseigenaars

19
Q

woonomstandigheden van arme (naam)

A

sloppenbuurten: beluiken of cités

20
Q

hoe werkt dat boekje?

A
  • afgeven bij start van job, terug na einde job
  • kan geen ander job vinden zonder het boekje
21
Q

geef 3 kenmerken

A
  • kleine armoedige huisjes
  • overbevolkt
  • geen hygiene
    (epidemieen)
22
Q

zeer armmoedig bestaan
(loon?)

A

loon bedekt uitgaven niet
ook niet als vrouw & kinderen mee helpen

23
Q

hoe konden ze zorgen voor extra inkomen
(legaal)

A

klusjes, was vrouwen, keukenhulp

24
Q

hoe konden ze zorgen voor extra inkomen
(illegaal)

A

diefstal, prostitutie

25
Q

alcoholisme was een grote plaag, waarom?

A

om te ontsnappen aan dagelijkse miserie

26
Q

leven van arbeider verbeteren
(wrm hielpen de burgerij)

A

kans om hun hemel te verdienen of sociaal afzien op te bouwen

27
Q

wat is coalitieverbod??

A

verbod om samen te werken tussen werkenemers = vakbond

28
Q

wat als je het toch deed

A

stakingen en samenkomsten zijn strafbaar

29
Q

wat zijn de concequenties??

A

risico op ontslag en vervolging,
financieel ook niet mogelijk

30
Q

wat is een cooperatieven

A

een samenwerkende genootschap

31
Q

doel??

A

economische voordeel te behandelen

32
Q

2.2 & 2.3 & 3 nakijken…

A

:)

33
Q

toets vragen:
bespreek twee slechte werkomstandigheden voor de fabrieksarbeiders

A
  • nacht- en weekendarbeid
  • arbeidsongevallen
  • lange werkuren 70-80 u/per week, 14 u/dag
34
Q

toets vragen:
wat was de benaming voor de typische arbeidsbuurten in de stad? Beschrijf in twee zinnen de leefomstandigheden

A

sloppenbuurt: beluiken
- kleine, armoedige huisjes
- overbevolkt

35
Q

toets vragen:
verwoord waarom het communisme en de sociaaldemocratie hetzelfde doel hebben, maar een ander middel gebruiken om dat doel te berijken

A

Ze hebben hetzelfde doel maar CM streeft via revolutie en de afschaffing van privé bezit, en SD bereikt dit door geleidelijke hervormingen binnen het bestaande systeem

36
Q

toets vragen:
som twee vb op die aantonen dat de werkomstandigheden van de arbeiders in de loop van de 20ste eeuw verbeterden

A
  • 8 u/dag werken
  • min leeftij arbeid = 14 jaar
  • verplichte verlof dagen (6)