Nationalisme, liberalisme en natievorming Flashcards

1
Q

Politiek: Koning Willem I
benoem het eerste lijntje

A

benoemt zelf zijn ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Politiek: Koning Willem I
benoem het tweede lijntje

A

reageert aan de hand van koninklijk besluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Politiek: Koning Willem I
benoem het derde lijntje

A

pers wordt gecensureerd
- zuiden eist meer inspraak en persvrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Economie: Koning Willem I
wat zijn de twee stmeleringen door Willem I?

A
  • infrastructuur: kanalen & wegen
  • modernisering haven antwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cultureel: Koning Willem I
taalpolitiek
Noorden en Zuiden

A

Noorden - Nederlands
Zuiden - geen officiele taal, elite spraken Frans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

streektaal wordt …

A

bestuurstaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

na het verzet van franstalige burgerij …

A

Nederlands = minderwaardige taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de Noorden & Zuiden waren…

A

N = Protestants
Z = Katholiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat was het doel na de uitbouw van rijksonderwijs?

A

klemtoon op eendracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat was het gevolg van waar de dominante positie van de katholieke kerk worden bedreigd?

A

grote frustraties vanuit het Z over het beleid van Willem I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

monsterverbod of unionisme
- liberalen
- katholieken

A

L
- tegen autoritair bestuur
- eisen persvrijheid
K
- eisen onderwijsvrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat was de economische crisis vanaf 1828 ?

A
  • werkloosheid door mechanisatie
  • hongersnood door mislukte oogst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rellen en plunderingen in brussel

A
  • eerst tegen regering
  • later ook tegen fabrieken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rellen worden steeds geweldadiger

A

burgerij gaat over tot oprichting burgerwacht
- slaagt erin om orde te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

reactie willem I

A

stuurt legertje naar brussel
maar moet later troepen terugtrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

04/10/1830 voorlopig bewind

A

uitroepen onafhankelijkheid Belgie

17
Q

conferentie van londen 1830

A

bijeenkomst europese grootmachten

18
Q

wat zorgde voor verstoring van het europees evenwicht?

A

afscheuring

19
Q

grootmachten keuren ontstaan van belgie goed, wat is de redenering?

A

beter belgie dan sluimerend conflict

20
Q

08 1831 tiendaagse veldtocht

A
  • willem valt belgie aan
  • met behulp van fransen verjaagd
21
Q

1839

A

willem aanvaardt verdrag

22
Q

waar staat cpm voor (belgie)

A

constitutionele parlementaire monarchie

23
Q

waar zorgt monarchie voor

A

stabiliteit

24
Q

was belgie een democratisch land ?

A

nee, eerder een elitaire staat
- gewone volk ver verwijderd van poliktieke besluitvorming

25
Q

reden?

A

cijnskiesrechten
- je kon enkel stemmen als je voldoende belastingen (cijns) betaalt
- cijns lag zeer hoog waardoor weinig mensen konden stemmen (1% van de bevolking)

26
Q

evolutie stemrecht
1893: Algemeen meervoudig stemrecht

A
  • mannen >25 jaar
  • op basis van bezit & diploma
    meerder stemmen (max 3)
27
Q

evolutie stemrecht
1919: Algemeen enkelvoudig stemrecht

A

mannen >21 jaar

28
Q

evolutie stemrecht
1948

A

AES ook voor vrouwen

29
Q

evolutie stemrecht
1981

A

> 18 jaar

30
Q

evolutie stemrecht
2004

A

niet-europese burgers + 5 jaar in belgie mogen stemmen bij gemeenteraad

31
Q

evolutie stemrecht
2024

A

> 16 jaar bij europese verkiezingen