Vaste combinaties Flashcards
1
Q
een diploma
A
halen
2
Q
pijn
A
lijden
3
Q
oorlog
A
voeren
4
Q
het nieuws
A
volgen
5
Q
examen
A
doen
6
Q
de wekker
A
zetten
7
Q
een moord
A
plegen
8
Q
een vergissing
A
maken
9
Q
vrede
A
sluiten
10
Q
een geheim
A
bewaren
11
Q
invloed hebben
A
op
12
Q
nadenken
A
over
13
Q
schrikken
A
van
14
Q
vluchten
A
voor
15
Q
zorgen
A
voor