Vacabulaire En Phrases-clés Chapitre 3 Flashcards
Mon
Mijn (mannelijk enkelvoud)
Nul, nulle
Slecht
Travailler
Werken
Het (school)cijfer
La note
Na
Aprés
Les devoirs (mannelijk meervoud)
Het huiswerk
Houden van
Aimer
Heel
Très
Bon/bonne
Goed
Toujours
Altijd
De school
L’école (vrouwelijk)
Moi aussi
Ik ook
Iedereen
Tout Le monde
Donner
Geven
L’anglais (mannelijk)
Engels
Génial(E)
Geweldig
De klas
La classe
Encore
Nog (steeds)
Aujourd’hui
Vandaag
Sa
Haar
Le rendez-vous
De afspraak
Aardrijkskunde
La géographie
Goed
Bon/bonne
Dans
In
Manger
Eten
je suis
ik ben
L’école (vrouwelijk)
De school
Serieus
Sérieux/sérieuse
Vrai
Waar
mardi
dinsdag
La gym
Gym
Haar
Sa
De les
Le cours
Ik ben bang
J’ai peur
Vreselijk
Terrible
Premier
Eerste
Het huis
La maison
Votre
Jullie/uw
Jouw (mannelijk enkelvoud)
Ton
Hun
Leur
De afspraak
Le rendez-vous
La blague
De mop
tu es
jij bent
Rijk
Riche
Zien
Voir
Slecht
Mauvais(e)
ils sont
zij zijn
zij zijn
elles sont
Je kunt
Tu peux
La note
Het (school)cijfer
Tekenen
Le dessin
Préférer
Liever hebben
Tu peux
Je kunt
Le secret
Het geheim
De ouders
Les parents (mannelijk meervoud)
Noël
Kerstmis
Ton
Jouw (mannelijk enkelvoud)
zij zijn
ils sont
Geweldig
Génial(E)
De leerling
L’élève (vrouwelijk en mannelijk)
La géographie
Aardrijkskunde
Beginnen
Commencer
Jouw (meervoud)
Tes
Het huiswerk
Les devoirs (mannelijk meervoud)
Gaan
Aller
Het is warm
il fait chaud
Ta
Jouw (vrouwelijk enkelvoud)
Ses
Zijn/haar (meervoud)
ce sont
het zijn
Waar
Vrai
dinsdag
mardi
In
Dans
Je vais
Ik ga
Le contrôle
De toets
wij zijn
nous sommes
Zoals
Comme
Nog (steeds)
Encore
Jullie/uw
Votre
Hun(meervoud)
Leurs
Aardig
Sympa
La cantine
De kantine
Waarom
Pourquoi
Notre
Ons
Streng
Sévère
Les parents (mannelijk meervoud)
De ouders
La maison
Het huis
Geven
Donner
Pourquoi
Waarom
Niet slecht
Pas mal
Vandaag
Aujourd’hui