V6 Thema 3 Flashcards
1
Q
rode bloedcellen
A
erytrocyten
2
Q
witte bloedcellen
A
leukocyten
3
Q
bloedarmoede
A
anemie
4
Q
percentage rode bloedcellen
A
hematocrietwaarde
5
Q
eigenschappen rode bloedcellen
A
- geen celkern
- ronde vorm
- worden gemaakt in het rode beenmerg
- bevatten hemoglobine, speelt een rol bij zuurstofopname
6
Q
epo
A
erytropoietine –> hormoon dat de productie van rode bloedcellen stimuleert
7
Q
eigenschappen witte bloedcellen
A
- wel celkern
- geen vaste vorm
- kunnen door de wand van haarvaten heen
8
Q
bloedplaatjes
A
trombocyten
9
Q
eigenschappen bloedplaatjes
A
- uiteengevallen cellen
- vervullen functie bloedstolling
10
Q
boezem
A
atrium
11
Q
kamer
A
ventrikel
12
Q
volgorde bloed in het hart
A
rechterboezem, rechterkamer, longslagader, longader, linkerboezem, linkerkamer, aorta
13
Q
boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door
A
hartkleppen
14
Q
hartkleppen
A
zeilkleppen
15
Q
kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta
A
halvemaanvormige kleppen