URO 6 - Nierinfusfficiëntie Flashcards

1
Q

Waar kunnen de problemen binnen de nieren zich afspelen?

A

Pre-renaal
Renaal
Post-renaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaken Nierinsufficiëntie pre-renaal

A
  • extracellulaire volumedepletie
  • intravasculaire volumedepletie
  • verminderd hartvolume
  • verminderde bloedtoevoer
  • autoregulatiestoornis
  • verstopping
  • verlaagde RR
  • dehydratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken Nierinsufficiëntie renaal

A

Vasculair:
- Trombotische microangiopathie (obstructie van de microcirculatie)
- Vasculitis
- Trombose en/of emboilieën van de grote vaten (cholesterol embolieën, embolie uit het hart, niervene trombose)

Gloumerulair:
- endocapillaire glomerulonefritis (een nierziekte waarbij de kleine bloedvaatjes in de nieren (glomeruli) ontstoken raken door een immuunreactie)
- extracapillaire glomerulonefritis (ontsteking / schade nierfilters)
- lupus nefritis (auto-immuunziekte waarbij het afweersysteem eigen organen aanvalt)
- Ziekte van Berger (te veel aanmaak IgA)

Tubulair:
- Cast-nefropathie (obstructie in de niertubuli)
- Acute Tubulus Necrose (acute nierschade O2- of toxisch)

Intertistieel
- Medicamenteus, infectieus, sarcoïdose, plasmacel infiltratie

UWI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken Nierinsufficiëntie post-renaal

A

Uretherobstructie (oa nierstenen)
Blaasobstructie (neurogene blaas)
Urethra (urethrakleppen)
Knik in de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnostiek nierinsufficientie eGFR

A

eGFR (glomeruli filtratie rate)

> 90 > functie normaal
60-89 > mild afenomen
45-59 > mild tot matig afgenomen
30-44 > matig tot ernstig afgenomen
15-29 > ernstig afgenomen
<15 > nierfalen

Nier heeft enorme reservecapaciteit. Als patiënten last krijgen is het vaak al heel laat, vaak tot 70 % geen symptomen. Uitval bij eGFR>30%.
Symptomen van uitval bij 70-95% uitval 🡪 eGFR 5-30%
Levensbedreigend bij uitval 🡪 90-100% eGFR<10%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnostiek nierinsufficientie

A
  • anamnese
  • lichamelijk onderzoek
  • Urine / UP
  • Vochtintake
  • Bloed
  • Beeldvorming
  • Biopsie

Als er nog 7-10% nierfunctie is, dan moet er gestart worden met nierfunctievervangende therapie zoals oa dialyse; eindstadium nierfalen = terminale nierinsufficiëntie (stadium 5).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eGFR

A

Glomeruli Filtration Rate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uremie

A

Uremie betekent dat er te veel afvalstoffen (zoals ureum en creatinine) in het bloed zitten, omdat de nieren ze niet goed kunnen uitscheiden. Dit gebeurt bij ernstig nierfalen (meestal bij een nierfunctie onder de 15%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschijnselen/complicaties Nierinsufficientie <50%

A

Verstoorde botstofwisseling (door een tekort aan vitamine D, gereguleerd door de nieren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschijnselen/complicaties Nierinsufficientie <30%

A

Anemie (bloedarmoede) – door een tekort aan erytropoëtine (EPO), vaak behandeld met EPO-injecties.

Metabole acidose – ophoping van zuren door verminderde uitscheiding.

Jeuk – door ophoping van afvalstoffen.

Jicht – door verhoogd urinezuurgehalte.

Vermoeidheid – door anemie en ophoping van afvalstoffen.

Hartproblemen – verhoogd risico op hypertensie en hart- en vaatziekten.

Polyurie (veel plassen) – door verminderde concentratie functie van de nieren.

Polydipsie (veel dorst) – door verhoogd vochtverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschijnselen/complicaties Nierinsufficientie <15%

A

Uremie (ophoping van ureum en andere afvalstoffen in het bloed), met symptomen zoals:

Misselijkheid en verminderde eetlust.

Bloedingsneiging.

Verhoogde vatbaarheid voor infecties (bijv. pericarditis).

Slaapproblemen.

Mentale veranderingen, zoals concentratieproblemen of verwardheid.

Spiertrillingen en krampen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschijnselen/complicaties Nierinsufficientie <10%

A

Hypertensie (hoge bloeddruk) – door vochtretentie en verhoogde vaatweerstand.

Vochtophoping (overvulling), mogelijk leidend tot astma cardiale (vocht in de longen).

Ernstige elektrolytenstoornissen – zoals hyperkaliëmie, wat hartritmestoornissen kan veroorzaken.

Oligurie (weinig plassen) tot anurie (geen urineproductie).

Ernstige metabole acidose – verdere verzuring van het bloed.

Uremische pericarditis – ontsteking van het hartzakje door ophoping van afvalstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klachten bij ernstige uremie:

A

Sufheid
Verwardheid
Bewusteloosheid
Coma
➡ Zonder behandeling leidt dit tot overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling - Dialyseren (hemodialyse/bloeddialyse)

A

3-4x per week 3-5 uur dialyseren
In centrum of thuis
Dag, avond, nacht
Dialysekater voelt als een kater maar komt door de nieren. Komt door de verschuiving elektrolyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling - Levenslijn voor dialysepatient

A

Shunt (operatief) > geen RR meten / geen venapunctie of infuus
Katheter naar ader naar hart toe (zie preos) > katheterverzorging alleen voor dialyseverpleegkundigeOverleg dialyse vpk of DD nefroloog voor gebruik afdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling - Peritoneaal dialyse

A

met katheter in de buik. schone vloeistof erin en gefilterde afvalstoffen eruit. Zakken van max 2L, met evt. gespoeld 1,5L vocht.

CAPD (handwisselingen) > 4 wisselingen overdag ‘s avonds vloeistof langdurig in de buik

APD (machine) > ‘s nachts 8 uur aan de machine die vloeistof wisselt. Overdag zit de vloeistof langdurig in de buik.

15
Q

Behandeling - Niertransplantatie

A

Oude nier blijft zitten

16
Q

Behandeling - conservatie behandeling

A

geen NF vervangende therapie
kwaliteit van leven, weinig resultaat, te veel co-morbiditeit
medicatie en dieet
begeleiding door nierfalen poli en huisarts.
voor- en nadelen

Dialysepatiënt op de afdeling
vochtbeperking bij niet plassen (anurie) 750ml, bij meer UP mag je meer drinken
De behandeling hangt af van het type nierfunctievervangende therapie.