ONCO 1 - BASISKENNIS VAN ONCOLOGIE Flashcards

1
Q

Signalen en Symptomen verdenking kanker

A

knobbeltjes
verdikkingen in klieren of weefsel of botten
vermoeidheid
ongewild gewichtsverlies
ziekteverschijnselen die niet overgaan
nacht zweten
bloed bij ontlasting
tijdens overgang weer menstrueren
melkproductie tepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Carcinogenen definitie

A

Stoffen die kanker veroorzaken door veranderingen in cellen of weefsels te induceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Carcinogenen voorbeelden

A

chemische stoffen > asbest, fijnstof, sigarettenrook, formaldehyde, chroom, nikkel.

Straling > UV-licht, röntgen

Chronische ontstekingen

Virale infecties: HPV, Hepatitis B C, Helicobacter bacterie

Maar ook: toeval, leefstijl, erfelijkheid (5%), voeding, aanleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HPV (Humaan Pailloma Virus)

A

Dit virus kan baarmoederhalskanker veroorzaken (en meer…)

Het lichaam ruimt HPV-virus bijna altijd binnen 2 jaar weer op.

Soms lukt dat niet: verminderde afweer (medicijnen), roken, soa, wisselende seksuele contacten > vergroot kans op HPV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Celdeling

A

Nodig voor:
- groei en ontwikkeling
- wondgenezing
- productie en vervanging van cellen
- celdeling pas als groeifactor of hormoon prikkel daartoe geeft
- als doel is bereikt stopt de celdeling (reageert op omgeving)
- nieuwe cel lijkt op oorspronkelijke cel (na kort rijpingsproces)
- blijven waar ze thuishoren, luisteren naar omliggend weefsel

Ontspoort een cel dan wordt deze door lymfocyten vernietigd of vernietigt zichzelf (apoptose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benigne tumor

A

Goedaardige tumor. Houdt zich nog wel aan de meeste spelregels. Zijn te herleiden tot de normale cellen. Ligt ingekapseld. Goed begrensd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maligne tumor

A

Kwaadaardige tumor. Groeit dward door omringend weefsel = invasief, groeit lymfevaten/bloedvaten in = uitzaaiing. Ligt niet ingekapseld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benigne tumor kan toch problemen geven;

A
  • te weinig plek in bijv. de hersenen
  • orgaan kan zijn werk niet doen
  • na lange tijd alsnog kwaadaard.
    Je kan niet van kwaadaardig naar goedaardig gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TNM Classificatie

A

T = Tumor (grootte van de tumor 1-4)
N = Nodes (aant. lymfeklier uitzaaiingen 0-2)
M = Metastases (aant. uitzaaiingen) (M0-1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Differentiatie graad

A

Graad 1 > laaggradig; kankercellen zijn goed gedifferentieerd. Cellen lijken het meest op normale cellen van het orgaan waar ze zijn ontstaan. Groeit langzaam.

Graad 2 > intermediair; kankercellen zijn matig gedifferentieerd. Lijken steeds minder goed op gezonde cellen, groeien meestal sneller dan normale cellen.

Graad 3 > hooggradig; kankercellen zijn slecht gedifferentieerd, lijken vrijwel niet meer op gezond weefsel, groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen.

Graad 4 > uitgezaaide kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandelingen kanker

A

Curatief; doden van alle kwaadaardige tumorcellen (chirurgisch of adjuvante therapie)

Palliatief; kwaliteit van leven behouden (genezing niet meer mogelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adjuvante therapie

A

Niet chirurgische behandeling.

Vb’s: chemotherapie, bestralingstherapie, hormoontherapie, angionese remmen, immunotherapie, hyperthermie (plaatselijke temp. stijging om cellen te doden),

groeifactoren (medicatie om herstel beenmerg te bevorderen na chemo),

Bestraling vooraf aan de therapie: neo-adjuvante therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Angionese

A

Vorming van nieuwe bloedvaten uit een bestaand bloedvat. Tumor heeft voeding en O2 nodig om zich te vermeerderen.

Angio: bloedvat, genese: nieuwvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Metastasen

A

Hematogene metastasen: kwaadaardige cellen breken door de bloedvatwand en groeien ergens anders uit tot tumor

Lymfogene metastasen: kwaadaardige cellen breken door de lymfevatwand en groeien ergens anders uit tot tumor. Meestal in 1e lymfeklier te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Poliep

A

Een poliep is een kleine, abnormale groei van weefsel die meestal op het slijmvlies van organen ontstaat, zoals in de dikke darm, maag, of neus. Niet alle poliepen zijn gevaarlijk, maar sommige kunnen uitgroeien tot kanker.

Goedaardig (niet-kanker): De meeste poliepen zijn onschuldig en blijven goedaardig.

Kwaadaardig (kanker): Sommige poliepen kunnen na verloop van tijd veranderen in kanker, vooral in de dikke darm. Dit gebeurt meestal geleidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Myoom

A

Een myoom, ook wel vleesboom genoemd, is een goedaardige spierknobbel in of rond de baarmoeder. Het is niet gevaarlijk en verandert vrijwel nooit in kanker. Myomen kunnen klachten veroorzaken zoals buikpijn of zware menstruaties, maar vaak zijn ze onschuldig en geven ze geen problemen.

17
Q

Meningeoom

A

Een meningeoom is een meestal goedaardige tumor die ontstaat in de hersenvliezen (de beschermende lagen rond de hersenen en het ruggenmerg). Het is geen hersenkanker, maar door de groei kan het druk uitoefenen op de hersenen of zenuwen, wat klachten kan veroorzaken zoals hoofdpijn, epileptische aanvallen, of uitvalsverschijnselen. Slechts zelden is een meningeoom kwaadaardig.

18
Q

Carcinoom

A

Een carcinoom is een vorm van kanker die ontstaat in cellen van de huid of slijmvliezen, zoals in de longen, borst, darmen of prostaat. Het komt het meeste voor omdat deze cellen, epitheelcellen genoemd, zich snel delen en voortdurend worden blootgesteld aan schadelijke invloeden zoals zonlicht, rook of chemische stoffen, wat de kans op DNA-schade en kanker vergroot.

19
Q

Adenocarcinoom

A

een adenocarcinoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat in klierweefsel, zoals in de borst, longen, prostaat of darmen. Het komt voort uit cellen die slijm of andere stoffen aanmaken en kan omliggende weefsels beschadigen of uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Het is een veelvoorkomende vorm van kanker, omdat kliercellen actief en gevoelig zijn voor veranderingen.

20
Q

Goedaardig / Kwaadaardige tumoren

A

Goedaardig:
- Poliep
- Myoom
- Meningeoom

Kwaadaardig:
- Carcinoom
- Adenocarcinoom

21
Q

Hoge maligniteitsgraad

A
  • Slecht gedifferentieerde cellen
  • Deze cellen delen te snel om goed gevormd te worden. veel kernen. de cellen blijven onrijp, niet goed te zien bij welk weefsel ze horen. Geen duidelijke kenmerken - atypische cellen
22
Q

Diagnostiek oncologie

A

Biopt: via punctie weefsel kweken en bekijken kan je uitzaaiingen mee creëren (entmetastasen: tumorcellen zijn via de naald elders gekoomen, aldaar een nieuwe tumor gevormd)
CT-Scans, PET-Scans

23
Q

Schildwachtklier-procedure

A

Bij borstkanker en melanoom, als hier kanker gevonden is krijg je pas de naam

  • radio actieve stof rond tumor ingespoten
  • Röntgenfoto gemaakt om de schildwachtklier te lokaliseren
    zo weet de chirurg welke lymfeklier eruit te halen voor onderzoek
  • Voordeel: als deze negatief is, dan hoeven de lymfklieren (in oksel bijv.) niet verwijderd te worden.