Unit 7: voc Flashcards

pag. 180 + oef. op pag. 162-163

1
Q

een onderdrukt lach

A

a chuckle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geklets, om informeel te praten over zaken die niet belangrijk zijn

A

chit-chat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een bijzonder aantrekkelijk uiterlijk

A

good looks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

iemand (jongen) die geschikt wordt geacht voor een romantische relatie

A

boyfriend material

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het lef, durf

A

audacity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

openingszinnen

A
  • chat-up lines
  • pick-up lines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ridderlijkheid, een eervolle en beleefde manier van gedragen van mannen t.o.v. vrouwen

A

chivalry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

etiquette, gedrag dat gecontroleerd, kalm en beleefd is

A

decorum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

goed kunnen opschieten met iemand

A

to get on well (with someone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wederzijdse / gemeenschappelijke (vriend)

A

mutual (friend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een afspraakje met iemand hebben

A

to go on a date (with someone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eerste stap zetten

A

to make the first move

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

op dezelfde golflengte zitten

A

to be on the same wavelength

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

brutaal, niet bang om risico’s te nemen

A

bold

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onoprecht

A

insincere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sentimenteel, klef

17
Q

charmeren, bekoren

18
Q

een zwak hebben voor iemand

A

to have a soft spot for someone

19
Q

iemand aantrekkelijk vinden

A

to fancy someone

20
Q

je seksueel aangetrokken voelen tot iemand

A

to have the hots for someone

21
Q

(smoor) verliefd zijn op iemand

A

to have a crush on someone

22
Q

alleen oog hebben voor één iemand

A

to only have eyes for…

23
Q

voor iemand vallen

A

to fall for someone

24
Q
  • halsoverkop verliefd zijn op iemand
  • halsoverkop verliefd worden
A
  • to fall head over heels for someone
  • to completely fall in love
25
zonder sociale verfijning: onbeleefd, beledigend
crude
26
iets dat overdreven sentimenteel of onoprecht is, of te hard probeert charmant te zijn
cheesy
27
overmatig gebruikt (cliché), gebrek aan originaliteit
corny