Food vocabulary Flashcards
(191 cards)
1
Q
appel
A
apple - apples
2
Q
peer
A
pear - pears
3
Q
perzik
A
peach - peaches
4
Q
abrikoos
A
apricot - apricots
5
Q
druiven
- een tros druiven
A
grape - grapes
- a bunch of grapes
6
Q
kersen
A
cherry - cherries
7
Q
sinaasappel
A
orange - oranges
8
Q
citroen
A
lemon - lemons
9
Q
kleine pompelmoes
A
grapefruit - grapefruits
10
Q
meloen
A
melon - melons
11
Q
aardbeien
A
strawberry - strawberries
12
Q
frambozen
A
raspberry - raspberries
13
Q
braambessen
A
blackberry - blackberries
14
Q
ananas
A
pineapple - pineapples
15
Q
banana
- een tros bananen
A
banana
- a bunch of bananas
16
Q
kokosnoot
A
coconut
17
Q
erwten
A
peas
18
Q
groene bonen
A
green beans
19
Q
kool
A
cabbage
20
Q
bloemkool
A
cauliflower
21
Q
broccoli
A
broccoli
22
Q
tomaten
A
tomato - tomatoes
23
Q
aardappelen
A
potato - potatoes
24
Q
komkommer
A
cucumber
25
pompoen
pumpkin
26
wortel
carrot
27
prei
leek
28
selder
celery
29
spinazie
spinach
30
- sla
- een krop sla
- ijsbergsla
- raketsla
- lettuce
- a head of lettuce
- iceberg lettuce
- rocket
31
maïs (USA - UK)
corn / maize
32
champignon
mushroom - mushrooms
33
ui
onion - onions
34
peterselie
parsley
35
- (knof) look
- een teentje look
- garlic
- a clove of garlic
36
salie
sage
37
thijm
thyme
38
laurier
laurel
bay leaf
39
varkensvlees
pork
40
rozijn
raisin - raisons
41
citrusfruit
- sinaasappel
- mandarijn
- clementine
- limoen
- citroen
citrusfruit
- orange
- mandarin = tangerine
- clementine
- lime
- lemon
42
een stukje mandarijn
a wedge of mandarin (oranges)
43
aardappelpartjes
potato wedges
44
bosbessen
blueberry - blueberries
45
veenbessen
cranberry - cranberries
46
aalbessen
red currants
47
-pruim (aan de boom)
-pruim (gedroogd)
- plum (fresh fruit)
- prune (dried)
48
vijg
fig - figs
49
dadels
date - dates
50
asperges
asparagus
51
spruiten
Brussels sprouts
52
kroketten
croquettes
53
witlof
chicory
54
paprika / peper
- vers gemalen peper
pepper
- freshly ground pepper
55
kruiden
herbs
56
oregano
oregano
57
basilicum
basil
58
rozenmarijn
rosemary
59
bieslook
chives
60
kaneel
cinnamon
61
nootmuskaat
nutmeg
62
een 3-gangen maaltijd
- voorgerecht
- hoofdgerecht
- dessert
a 3- course meal
- a starter
- a main dish / course
- a dessert
63
- kruiden (z.n.); types of plants whose leaves are used in cooking to give flavour to particular dishes
- kruiden (werkw.)
- seasoning
- to season
64
specerijen; types of powder or seed that come from plants and are used in cooking, these have a strong flavour and smell.
spices
65
kotelet
cutlet / chop
66
rundvlees
beef
67
kalfsvlees
veal
68
gevogelte
- kip
- kalkoen
poultry
- chicken
- turkey
69
worsten
sausages
70
kabeljauw
cod
71
schol
plaice
72
zeetong
sole
73
tonijn
tuna
74
forel
trout
75
zalm
salmon
76
haring
herring
77
schelvis
haddock
78
kreeft
lobster
79
garnalen
shrimps (altijd mv.)
80
steurgarnalen
prawns
81
oesters
oysters
82
mosselen
mussels
83
appeltaart
apple pie
84
muffin / cupcake
muffin / cupcake
85
koekje
cookie, biscuit
86
chocoladepudding
chocolate pudding
87
ijsje
- een hoorntje ijs
- een bolletje ijs
ice cream
- a cone of ice cream
- a scoop of ice cream
88
zout
- een snufje zout
salt
- a pinch of salt
89
azijn
vinegar
90
olijfolie
olive oil
91
mostard
mustard
92
- suiker
- suiker klontje
- sugar
- sugar cubes / lumps of sugar
93
vol-au-vent
vol-au-vent
94
appelmoes
applesauce
95
- een brood
- een sneetje brood
- a loaf of bread
- a slice of bread
96
- gehakt
- gehaktballetjes
- gehaktbrood
- mince(d) meat
- meatballs
- meatloaf
97
- wild eend
- wildvlees
- game duck
- game meat
98
hertenvlees
venison
99
- gekookte aardappelen
- aardappelpuree
- frieten
- boiled potatoes
- mash(ed potatoes)
- French fries (USA) / chips (UK)
100
een bakpan / braadpan
a frying pan / skillet
101
tang
tongs
102
een pastalepel
a pasta spoon
103
een pollepel
a ladle
104
afschuimer, biermes (schuimspaan)
a skimmer
105
een garde
a whisk
106
- een rasp
- een zesteur
- a grater
- a zester
107
een timer
a timer
108
keuken schaar
kitchen shears
109
een pizzasnijder
a pizza cutter
110
een koksmes
a chef's knife
111
een broodmes
a bread knife
112
een deegroller
a rolling pin
113
een vork
a fork
114
een mes
a knife
115
een eetlepel
a tablespoon
116
een theelepel
a teaspoon
117
een dunschiller
a peeler
118
een voedsel kwast
a brush
119
een spatel
a spatula
120
een houten lepel (met gleuven)
a slotted wooden spoon
121
een houten lepel
a wooden spoon
122
een snijplank
- a cutting bord
- a chopping board
123
een bord
a plate
124
een flesopener
a bottle opener
125
een mok
a cup
126
een kom
a bowl
127
koken
to boil
128
frituren
to deep-fry
129
bakken
to fry
130
grillen
to grill
131
een pan verhitten
to heat a pan
132
pocheren
to poach
133
roosteren
to roast
134
sudderen
to simmer
135
stomen
to steam
136
wokken
to stir-fry
137
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
138
hakken
to chop
139
(een slaatje) overgieten met saus
to dress a salad
140
- in blokjes snijden
- in stukjes snijden
- to dice
- to slice
141
garneren
to garnish
142
marineren
to marinate
143
schillen
to peel
144
gieten
to pour
145
klaarmaken (van voedsel)
- to prepare
- to prep
146
opvullen
to stuff
147
mengelen, husselen
to toss
148
een houder (bokaal, fles, doosje,...)
a container
149
milieu, leefomgeving
- gerelateerd aan het milieu
- milieuvriendelijk
environment
- environmental
- environmentally friendly
150
eerlijke handel
fair trade
151
voedselrestjes
food scraps
152
scharrel (eieren)
free-range (eggs)
153
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
154
een stortterein
a landfill
155
een overgebleven sandwich
- etensrestjes
a leftover sandwich
- leftovers
156
plaatselijk, van dichtbij
local
157
biologisch, zonder pesticiden...
organic
158
een voorraadkast
a pantry
159
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
160
recycleerbaar
recyclable
161
herbruikbaar
reusable
162
seizoensgebonden
seasonal
163
eenmalig te gebruiken
single use
164
een bevoorradingsketen
a supply chain
165
duurzaam
- duurzaam geoogst / geproduceerd
sustainable
- sustainably sourced
166
geen afval
zero waste (recycle, repair & reuse)
167
gretig, enthousiast
eager
168
opgewonden
excited
169
obesitas
- obees, zwaarlijving
obesity
- obese
170
verdacht
suspicious
171
een ingrediënt
an ingredient
172
een recept
a recipe
173
een smaak
a flavour
174
een taart / gebakje
a pie
175
culinair
culinary
176
zuivelproducten; milk cheese and other milk products
dairy
177
heerlijk
delicious / delightful
178
ingewikkeld
complex
179
specifiek, eigenaardig
peculiar
180
onaangenaam
unpleasant / disagreeable
181
walgelijk
disgusting / revolting
182
- voeding
- voedingswaarde
- nutrition
- nutritional
183
hartig
savoury
(= hearty)
184
vers
fresh
185
vezel
fibre
186
dieet
diet
187
zoetwaren (snoep, chocolade,..)
confectionary
188
lunchpakket
packed lunch
189
bestek
cutlery
190
onverpakte lading, los
in bulk
191
vis- en schaaldieren zijn .... food
sea food
