unit 6 lesson 4 films and books en ne Flashcards
1
Q
achievement
A
prestatie
2
Q
to adapt
A
bewerken
3
Q
box office
A
kassa( van een bioscoop of theater)
4
Q
box-office hit
A
kassaucces; uiterst succesvolle film
5
Q
creature
A
wezen
6
Q
to experience
A
ervaren; beleven
7
Q
gripping
A
boeiend
8
Q
lead
A
hoofdrol
9
Q
narrator
A
verteller
10
Q
page-turner
A
spannend boek
11
Q
plot
A
verhaallijn; plot ( van een boek,film, enz.)
12
Q
to release
A
uitbrengen
13
Q
screenplay
A
script
14
Q
stage directions
A
aanwijzingen voor de acteurs
15
Q
to star
A
de hoofdrol spelen
